We zijn het niet oneens, maar we kijken naar andere dingen
Door Lidwine Spoormans. Participatie bij het waarderen van erfgoed draagt bij aan een inclusiever erf...
Gesprek met Karel Loeff en Hans Buis van de Bond Heemschut.
Hoe zal onze omgeving er in de nabije toekomst uitzien? Wat is kenmerkend voor ons dorp, wijk of stad? Wat vinden we belangrijk om te behouden, welk erfgoed, welke landschappen? Alle gemeenten stellen zich nu deze vragen en verwerken de antwoorden in de omgevingsvisie: een document waarin zij hun identiteit en kwaliteiten vervatten. Zij doen dat niet alleen. Zij raadplegen op allerlei manieren hun inwoners: via bijeenkomsten, burgerpanels en verrassender, soms via een onaangekondigd bezoek aan verenigingen en andere organisaties om te vragen wat er speelt en waar de gemeente hen mee kan helpen, zoals Tilburg deed. De omgevingsvisie is een belangrijk onderdeel van de aanstaande Omgevingswet. Ruw samengevat zal de wet zorgen voor minder regels en meer ruimte voor initiatief van burgers. Participatie is verplicht onder de nieuwe wet, lastig is wel dat de wet niets zegt over hoe er geparticipeerd moet worden. Zeker is dat hier kansen liggen voor de vrijwilligers die zich inzetten voor erfgoed boven- en ondergronds. De wet plaatst hun werk in het hart van beslissingen over ruimtelijke inrichting. Dan moeten zij wel weten wat er speelt op de stadhuizen. |
Door Marijke Bovens
Foto Karel Loeff: Ruud Voest
‘Zo’n omgevingsvisie’, zegt Karel Loeff directeur van de Bond Heemschut, ‘gaat over grote opgaves: hoe richten we de ruimte in voor de toekomst? Het gaat over erfgoed, over identiteit - dat is breder dan de molen of het kasteel dat je onder je hoede hebt.
‘De meeste vrijwilligers zitten dicht op de inhoud en zijn niet getraind in beleidsmatig denken. Dan kan het gebeuren dat er ‘plots’ windmolens ‘opduiken’, terwijl dat besluit al drie jaar eerder is genomen. Op de cursus leren wij ze die kloof te overbruggen, en zij leren ook van elkaar. Noem het capacitybuilding. Vrijwilligers ontmoeten elkaar en wisselen ervaringen uit. Daarom houden we de groepen beperkt, maximaal twintig.’
Participatie
De Omgevingswet zet vol in op participatie, maar zegt niets over hoe dat kan.
Loeff: ‘Participatie is vormvrij. Wanneer en hoe vrijwilligers gekend worden in plannen en beslissingen hangt af van de participatienota. Als die er al is. Per gemeente is het weer anders, dat maakt het lastig voor burgerinitiatieven.
‘Een ander heikel punt is dat er geen onderscheid gemaakt wordt in de wet: professionele partijen (bijvoorbeeld projectontwikkelaars) en burgers hebben gelijke initiatiefrechten. Dat is niet evenwichtig, want de capaciteit om te ‘pluggen’ is voor de eerste groep veel groter.
‘Wat je altijd moet doen, is jezelf als organisatie in de aandacht spelen. Wie zich profileert wordt eerder benaderd. Wees er snel bij. Neem zelf het initiatief en zoek samenwerking met andere clubs.’
Wees aansprekend
Loeff, zelf raadslid in Laren, hamert ook op constructief handelen. ‘Ik krijg als raadslid elke dag mails van allerlei soorten belangengroepen en organisaties. Mails waarin alleen geklaagd wordt, leg ik vaak meteen opzij. Je kan als raadslid niet alles oplossen, en zeker niet als het gaat om losse flodders’.
Hij wil maar zeggen dat je op een aansprekende manier je kwesties moet aankaarten en goed voor het voetlicht moet brengen wat zo bijzonder is aan de plek die je bepleit. ‘Voor vrijwilligers is dat soms best lastig. Een polder is van belang niet omdat het een oude is, maar omdat ie uit de dertiende eeuw stamt. Dat moet je er wel bij vermelden.’
Hans Buis, projectleider bij Heemschut: ‘Van de andere kant moeten ook gemeenten meer contact zoeken met alle clubs die zich inzetten voor de stad of dorp. Beschouw hen niet als gegeven, druk ik de gemeenten op het hart. Zorg voor ondersteuning of overleg eens in de zoveel tijd met hen. Je hebt als wethouder, raadslid goud in handen. Betrokkenheid is niet lastig, nee, het houdt de samenleving bij elkaar.’
Reacties
Aangepast op 12 juli 2022
Ik mis in de gesprekken vaak een werkbare definitie van 'identiteit' (eerste alinea). Dat die er vaak niet is (of niet wordt genoemd) is ergens wel begrijpelijk, mijns inziens omdat we stiekem wel weten dat identiteit niet gefixeerd is: pas als er problemen zijn, dan fixeert een losse identiteit (schijnbaar) heel snel in de Vader, Nederlander, de Boer, de Deelnemer, de Supporter, de Queer activist, het Volk etc, en dat is reden genoeg er niet heel veel over te willen zeggen, problemen liggen op de loer. Identiteit is in werkelijkheid echter altijd meervoudig, iemand kan in hetzelfde moment een beeld hebben over wie zij/hij is in relatie tot zichzelf of gezin, of als burger van dorp of stad en daarnaast ook een mondiale identiteit, omdat identiteit zich ook in het moment vorm geeft in relatie tot de sociale context waarin je je bevindt, of geestelijk beweegt. Identiteit ontwikkeld zich ook:wie je 20 jaar geleden was, ben je nu niet meer - al kan je denken van wel - en hoe groter de levenservaring, hoe complexer of ruimer vaak de identiteit. Al die varianten en stadia van identiteit hebben allemaal impact op hoe we erfgoed ervaren en de rol die we het toekennen.
Ik denk dat het discussies over erfgoed en toekomst goed zou doen als er eerder, en meer, wordt gesproken over HOE erfgoed bijdraagt aan identiteit en hoe die identiteit inherent fluïde is. Denk ook aan de relatie tot klimaatverandering, polarisatie en oorlog. Mensen die het over erfgoed hebben, hebben het op de eerste plaats over zichzelf. Zonder helder beeld van hoe identiteit tegelijkertijd helpt en onvermijdelijk is, maar ook problematisch is, wordt 'behoud voor de toekomst' een soort wildcard waarmee het alle kanten op kan. Als je beeld of kennis over wie je zelf bent rammelt, hoe kan je dan je omgeving (van de toekomst) vormgeven?
Ter aanvulling vind ik dat 'erfgoed' op zichzelf niets is. Tenminste, het zijn stippen op een waardenkaart en duiden een molen, grafheuvel of buitenplaats aan. De brug die geslagen moet worden is die van de context en verhalen van die plekken en van dat erfgoed. Waaróm is die 13de eeuwse sloot belangrijk? Omdat hierdoor met immense arbeid het landschap is ontgonnen en verklaart waarom het landschap er nu zo uit ziet en omdat deze sloot via de afwatering nog altijd een belangrijke bijdrage levert in het houden van droge voeten, en in het Rampjaar 1672-1673 ervoor zorgde dat via de sloot als onderdeel van de Hollandse Waterlinie en het onder water gezette landschap de vijand op afstand werd gehouden, enz.
Niet alleen het erfgoed op zich, maar de verhalen over het erfgoed tonen aan wat de moeite waard is in ons leven en in onze leefomgeving en wat we door willen geven aan toekomstige generaties. Via die verhalen krijgt participatie kleur en zin. Die verhalen zijn geen éénrichtingsverkeer maar een interactieve dialoog.
Deel 1 ja, maar deel 2...dan vind ik 'doorgeven aan volgende generaties' nou net weer een teken van dat we identiteit slecht begrijpen, Anton. :-)
Wij willen doorgeven, dus gaat erfgoed over onszelf en helemaal niet over die toekomstige generaties. Wat die willen, weten we niet. Het is één grote aanname dat erfgoed van nu over 200 of 400 jaar nog relevant is en dat we dat denken zegt veel over hoe belangrijk we onszelf nu vinden en gaat uit van historie als progressie, dat erfgoedzorg een verlichte verworvenheid is die dus in de toekomst ook nog geldigheid heeft.
Mijn verwachting - maar ook ik heb geen glazen bol - is dat de notie erfgoed als een categorie volkomen verdwijnt, omdat deze uiteindelijk niet te onderscheiden is van andere waarden die op gelijk niveau komen te staan. Erfgoed wordt eerst opgenomen in 'de leefomgeving' en als we ons mondiaal bewustzijn behouden (ook dat is niet zeker) dan wordt de leefomgeving weer opgenomen in een besef van zorg en kwetsbaarheid van wereld als ons thuis. ...misschien.....
Nee, niet mee eens Jobbe. Er mag juist wat meer 'Kathedraaldenken' in het erfgoedbeleid komen. De Kathedraalbouwers begonnen aan de bouw van een bouwwerk, dat vaak pas honderden jaren later tot voltooiing kwam. Evenals buitenplaatsbewoners nooit hun geplante bomen tot metersdikke bomen en fraaie lanen zagen uitgroeien. We doen dingen in ons leven juíst om deze door te geven aan toekomstige generaties en niet alleen voor het plezier of voldoening in ons eigen korte leven. Natuurlijk kan en zal wat wij nu van belang vinden in de toekomst anders zijn, maar als we nu niet zelf kiezen, behouden en belichten, dan valt er ook weinig meer door te geven.
Mooi gesprek. Ik mis het erfgoedmaken. "Wat vinden we belangrijk om te behouden, welk erfgoed, welke landschappen?" - is nogal armoedig. Wat willen we hebben, maken, laten ontstaan - laten we het daar es over hebben. Zeker in het licht van het klimaatdrama wel zo relevant. Dan wordt identiteit vanzelf identificatie(s).
Mooi gesprek. Ik mis het erfgoedmaken. "Wat vinden we belangrijk om te behouden, welk erfgoed, welke landschappen?" - is nogal armoedig. Wat willen we hebben, maken, laten ontstaan - laten we het daar es over hebben. Zeker in het licht van het klimaatdrama wel zo relevant. Dan wordt identiteit vanzelf identificatie(s).
@riemerknoop Dankjewel voor je bericht Riemer! We komen er op een later moment inhoudelijk op terug.
@antonc Het kathedraalbouwen met dat vooruitkijken over de grenzen van het eigen korte leventje, vraagt om een visie op wij als groep(en) zijn. De vraag die ik dan dus aan jou stel is: wie zijn wij, dat dit een kathedraalbouwersvisie rechtvaardigd? Anders gezegd dezelfde vraag: Wat uit ons zelfbeeld bestendigen we, als we willen dat dit over generaties heen behouden moet worden?
Mooie observatie dat identiteit zich fixeert als er problemen zijn. Voor mij gaat “doorgeven” misschien wel juist daarom ook over wie we zijn als samenleving en hoe die wel of juist niet functioneert. Een ingepolderd stuk land is fysiek, maar ook een opvatting over hoe we kunnen samenleven en samenwerken. Cultureel erfgoed weerspiegelt keuzes die we collectief of individueel hebben gemaakt en maken. Helaas, soms als gedenkteken aan iemand zelf - Trump-tower, Muur van Mussert, .... Maar ik geloof nog steeds in het goede in de mens en zijn motivatie om de wereld een beetje beter te willen maken. Daar excelleren we op dit moment niet echt in. Juist nu zijn kathedraalbouwers, inpolderaars en vadertjes Drees nodig met een ideaal en een lange termijnvisie om antwoorden te vinden op de toenemende polarisatie, klimaatverandering, etc. Maar wat voor verschillende soorten kathedraalbouwers waren we, zijn we en willen we zijn? Kan het gesprek over cultureel erfgoed ons helpen om tijdelijk een identiteit te fixeren die ons verder brengt en ons weg te houden van identiteiten die verwerpelijk zijn? En wie moet dat gesprek voeren? Als ik een paar jaar geleden het woord identiteit liet vallen, viel ook meteen het woord cultuurpolitiek en dat een overheid daar verre van moet blijven.
Mooi gezegd.
Ik vind het beeld van kathedraalbouwers prachtig als -wacht, ik moet eerst zeggen dat ik geen idee heb hoe de kathedraalbouwer er werkelijk in stonden en hoe het idee van voltooing daarin een rol speelde.
Maar dus:
Ik vind het beeld van kathedraalbouwers prachtig als het fundament dat we daarmee doorgeven het besef is van hoe weinig we eigenlijk van onszelf begrijpen en hoe we cultureel dus - als we eerlijk durven zijn - al minstens 10.000 jaar strompelend en struikelend voorwaards gaan. Wij erfgoedspecialisten zijn daarin als de sociaal werkers uit de Emmaus Regenboog winkel van het Erfgoed: ondanks alle beperkingen, diversiteit, polarisatie en culturele en persoonlijke verslavingen bij de mensen waar we het voor doen, zien we dat er toch dingen zijn die het de moeite waard maken en die we willen doorgeven aan volgende generaties, in het volle besef dat er naar grijpen en vasthouden (=behoudsgedachte) in wezen onmogelijk is. De toekomst voor erfgoed zit in de visie dat zelfs kathedralen op een dag instorten en dat er toch iets is dat ons drijft om ze te bouwen.