Ambitie 1: Erkenning van oral history binnen het erfgoedveld

  • mrt 2022
  • Wilma Simons
  • ·
  • Aangepast apr 2022
  • 7
  • 553
Wilma Simons
Oral history
  • Ivana Baric
  • Marloes van Essen (RCE)
  • Marloes Wellenberg
  • Lian van der Zon
  • Arjan van Hessen
  • Saskia Moerbeek
  • Iris Contant

Reacties

7 reacties, meest recent: 21 juni 2022
  • M.i. zijn we in het erfgoedveld al een heel eind met de erkenning. OH wordt al vaak gebruikt in musea bijv. Ook is het m.i. vrij logisch dat een opgenomen herinnering aan pakweg 1960 een even waardevolle bron is als een opgeschreven verhaal van 1800. Want de kritiek op OH (bijv. gekleurde of onexacte herinnering) geldt even goed bij schriftelijke bronnen.

    Ik heb wel behoeft aan wat meer nuance bij het "iedereen" kan betekenis geven aan erfgoed (reactie op tekst onder Ambitie 1). M.i. zou het moeten zijn "iedereen met een relevant verhaal" kan betekenis geven (en dat is lang niet iedereen, maar dat is niet erg, want bijdragen aan erfgoed kan op zoveel meer manieren dan met een oninteressant verhaal).

    Vervolgens is de vraag wat dan relevant is in welke context, bijv. het verhaal van een groep/collectief, of ook van 1 belangrijk individu, of over een bijna uitgestorven beroep.

    Kortom: een beetje collectief relevant bevonden inhoud lijkt me een vereiste en een ambitie zou kunnen zijn: een methode zoeken om te bepalen wat in welke context een relevant verhaal is. Wellicht bestaat dit ook al in de museumwereld.

    Iris Contant
  • Aangepast op 20 april 2022

    Dank je Iris voor je bijdrage en aanvullende gedachten. Wat mij zelf opviel in een workshop over oral history en erfgoed afgelopen vrijdag, was een gesprek over dat je de getuigenissen of verhalen wellicht met één bepaalde reden vastlegt maar dat het later voor heel ander onderzoek ook weer gebruikt kan worden (dat is in die zin ook hetzelfde bij mondelinge en schriftelijke bronnen zoals jij ook benoemt). In dat licht is het best ingewikkeld te bepalen wat relevant is - voor wie en wanneer? Ik denk dat de relevantie in het nu leidend is, of in ieder geval het gevoel van urgentie dat bepaalde verhalen vastgelegd zouden moeten worden om door te geven. Ik ben benieuwd of er meer ideeën zijn over het bepalen wat in welke context een relevant verhaal is.

    Wilma Simons
  • Ik merk dat er in het erfgoedveld veel belangstelling is voor oral history, maar dat er nog wel veel praktische vraagstukken zijn. Denk aan het transcriberen en het bewaren en toegankelijk maken van interviews. Zou mooi zijn als daar ook aandacht en ruimte voor komt.

    Saskia Moerbeek
  • We merken in Twente al lang dat er best een hoop interesse is in het ondersteunen van OH-activiteiten mbv van Taal- en Spraaktechnologie (TST) maar dat het uiteindelijk nog niet echt van de grond komt. Enerzijds is/was de technologie nog niet goed genoeg om het grootschalig in te zetten, anderzijds zien we ook een koudwatervrees bij (potentiële) gebruikers. Maar... het gaat beter en beter en we hopen dan ook dat Faro een mooi platform wordt waarop de TST ook echt gebruikt kan gaan worden. En als dat lukt, dan komen allerlei zaken als (semi-)automatisch transcriberen, het automatisch vertalen en het automatisch genereren van samenvattingen, voor veel meer gebruikers beschikbaar. En dat zorgt dan (hopelijk) voor een enorme toename van het zinvol gebruik.

    Arjan van Hessen
  • Mee eens: het belang van oral history in het erfgoedveld moet (meer) erkend worden.

    Hoewel oral history al veel wordt toegepast in het veld, blijft het vaak een ondergeschoven kindje. (Gelukkig is dat langzaam aan het veranderen). Dat komt volgens mij grofweg door twee dingen:

    1. Versnippering. Veel erfgoedorganisaties zijn al op een of andere manier bezig met oral history. Bij veel historische/heemkunde verenigingen is er wel een vrijwilliger die stads-, dorps- en buurtgenoten interviewt voor bijvoorbeeld het verengingenblad of de website. Musea en monumenten zien ook steeds meer de kracht van het persoonlijke verhaal voor bijv. tentoonstellingen en educatief materiaal. Tot nu toe opereren al deze personen organisaties nog grotendeels los van elkaar. Het zou hun werk en de discipline oral history ten goede komen als zij meer samenwerken en kennis uitwisselen. De provinciale erfgoedhuizen zouden hier vanuit hun ondersteunende en verbindende taak een rol in kunnen hebben.
    2. Onderschatting. Ik kom helaas nog (te) vaak opmerkingen tegen over 'het waarheidsgehalte' van oral history. De historische waarde van een oral history bron wordt nog regelmatig steeds onderschat of ten minste in twijfel getrokken. Het - voor oral historians welbekende - argument over de betrouwbaarheid van het geheugen komt daarbij vaak om de hoek kijken. Bij de oral history training die ik vanuit Erfgoed Gelderland geef probeer ik daar op in te gaan door enerzijds te kijken naar de werking van het geheugen en anderzijds de cursisten te laten nadenken over de betrouwbaarheid van zogenaamde 'objectieve' geschreven bronnen. Over het algemeen werkt dat goed, maar het blijft een lastige discussie en een hardnekkig vooroordeel. Het zou helpen als er meer onderzoek wordt gedaan naar oral history als historische onderzoeksmethode.
    Lian van der Zon
  • Aangepast op 2 mei 2022

    De praktische vraagstukken die Saskia en Arjan noemen vragen om heel concrete oplossingen zoals Arjan aangeeft: verdere ontwikkeling van technologie. Mooi dat daar vooruitgang in is. En ik denk ook dat het een kwestie is van doen en uitproberen door erfgoedinstellingen om die koudwatervrees weg te nemen. Meer aandacht en zichtbaarheid zou hier waarschijnlijk ook bij helpen.

    Wilma Simons
  • Tot nu toe opereren al deze personen en organisaties nog grotendeels los van elkaar. Het zou hun werk en de discipline oral history ten goede komen als zij meer samenwerken en kennis uitwisselen. De provinciale erfgoedhuizen zouden hier vanuit hun ondersteunende en verbindende taak een rol in kunnen hebben.

    Eens met deze opmerking van Lian. Er zijn wel grote verschillen tussen organisaties: ik ken historische verenigingen met uitermate deskundige oral history-werkgroepen die al jarenlang actief zijn, maar er zijn ook clubs die weliswaar af en toe mensen interviewen, maar zich in mindere mate bewust zijn van zaken als verslaglegging/transcripties/archiveren en het feit dat zij zich bezighouden met oral history (en dat dit een onderzoeksmethode is). Dat zie je soms ook terug in de vragen die gesteld worden (of die niet gesteld worden), de personen die geïnterviewd worden etc.

    In aansluiting daarop haak ik ook nog even aan op onderstaande opmerking van Iris:

    Kortom: een beetje collectief relevant bevonden inhoud lijkt me een vereiste en een ambitie zou kunnen zijn: een methode zoeken om te bepalen wat in welke context een relevant verhaal is.

    Het is een open deur, maar wie bepaalt wat relevant is? Ik heb eens een interview meegemaakt waarbij een broer en zus werden geïnterviewd, maar één van de twee de antwoorden van de ander wegwuifde met de tekst 'dat is niet relevant hoor'. Dat ging dan over een onderwerp dat deze persoon zelf niet interessant vond.

    Oral history is bij uitstek een methode om verhalen te verzamelen van mensen die niet eerder hun verhaal hebben verteld. Ik heb gemerkt dat je daar ook actief op moet sturen, anders wordt je in sommige gevallen steeds naar dezelfde personen gestuurd en vertekent dat de uitkomsten. ('Die moet je hebben, die heeft altijd mooie verhalen'). En vaak denken juist de mensen die je echt graag wil spreken dat hun verhaal niet relevant is, omdat ze - in hun ogen - 'niks bijzonders' hebben meegemaakt. Als onderzoeker kun je misschien stellen dat het ene interview meer nieuwe informatie oplevert dan het andere, maar - het is al geopperd - het kan goed zijn dat de waarde van verhalen door de tijd heen verandert.

    Marloes Wellenberg

Trefwoorden