Participatieladders en vergelijkbare schema’s worden vaak gebruikt om de invloed en ervaring van partijen binnen een participatieproces helder in beeld te brengen. Deze schema's bieden een kader voor erfgoedparticipatie in de praktijk. Ze geven inzicht in verschillende 'smaken' van participatie. Er is echter ook kritiek op deze schema’s. Ze zouden vaak te plat en lineair zijn en vaak vanuit perspectief van de professionals zijn opgesteld. Dit kan leiden tot een top-down benadering.
Erfgoedprofessionals in het veld zijn ook bezig met het aanpassen en verder ontwikkelen van schema's, zodat ze beter toepasbaar zijn in de eigen praktijk. Bijvoorbeeld:
- In dit Spectrum doelgerichte participatie probeert Lorna Cruickshanks de rollen en ervaringen van professionals en van participanten en erfgoedgemeenschappen helder te maken (2021).
- In het model Varianten van zeggenschap ligt de focus op de mate van zeggenschap binnen co-waarderingstrajecten. Het helpt om de invloed van het delen van zeggenschap in een traject inzichtelijk te maken en hierin keuzes te maken bij het vormen van een waarderingstraject. Dit model is ontwikkeld door Co-Cultuur/Leonie Wingen ter voorbereiding op de dialoog en werkgroepen 'Co-waarderen in musea' (2021).
Ook het team van het programma Faro zocht naar een alternatief. Als uitkomst van het Faro-onderzoek is daardoor het participatiespeelveld ontwikkeld (2022). Een tweedimensionale model dat de wederzijdse participatie bij elkaars activiteiten laat zien. Als iedereen zich bewust is van zijn eigen positie op het speelveld en die van de ander, kunnen de spelers hun rolopvatting, competenties, behoeften en werkvormen op elkaar afstemmen. We zijn benieuwd naar jullie reacties (scroll naar beneden om je reactie toe te voegen).
Hoe kijk jij naar de participatieladders en alternatieven? Wat vind je nuttig, wat niet? (Waarom) hebben we zo een instrument nodig? Reageer op deze vraag en de reacties van anderen. 'Voeg je reactie toe'.
Reacties
Aangepast op 23 juni 2022
ParticiLeren
Vier jaar geleden betrad ik de wereld van de participatieladders en nam ze tot onderwerp van een essay (zie bijlage). In 2021 werden de ladders onderdeel van onderzoek binnen het netwerk Co-waarderen in en rond musea, waar ik deel van uit maak.
In het essay betoogde ik dat erfgoedprofessionals, conservatoren en collectiebeheerders uit hun comfortzone kunnen stappen en vaker de participatieladder zouden kunnen nemen in een co-waarderentraject. Want wanneer je in teamverband met (vertegenwoordigers van) diverse (doel)groepen uit de samenleving de dialoog aan gaat levert dat een grote rijkdom en diversiteit op aan informatie, op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden over erfgoed. Denk bij co-waarderen aan het maken van exposities of het verzamelen van erfgoed.
Voor mij persoonlijk was de metafoor van de ladder een eyeopener omdat het in één oogopslag duidelijk maakt welke niveaus, rollen en mate van participatie denkbaar zijn. Zowel museummedewerkers alsook co-waardeerders kunnen zelf bepalen of en in welke mate ze de regie nemen, delen of uit handen geven.
In de praktijk zien we dat bij museale waarderingstrajecten de professionals de regie niet zo vaak delen of uit handen geven. We hebben ons af gevraagd waar dat aan ligt? Tijdens de bijeenkomsten van het netwerk bleek dat de ladder suggereert dat er een hiërarchie is. De meeste ladders hebben meer treden dan de niveaus die in een co-waarderen traject nodig zijn. Tijd voor versimpeling en visuele kanteling van het model. Alles wat helpt bij het laagdrempeliger maken van co-waarderen is welkom. Daarom vind ik het model met de bollen waarbij de varianten van zeggenschap ingetekend zijn heel helder.
Daarnaast is het ook van belang zicht te hebben op het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes die nodig zijn bij co-waarderingstrajecten. Daarom vind ik ook het model ParticipatieSpeelveld handig. Daarop kun je zien welke participatie vaardigheden nodig zijn en welke werkvormen je kunt inzetten. Het oefenen met bijvoorbeeld de verschillende rollen en vervolgens het delen van de opgedane ervaring en lessons learned is nuttig voor het museale veld. Door samen te particiLeren leren we van elkaar en vergroten we de samenhang tussen cultuur en maatschappij. Toch is er nog een disclaimer, want iedere situatie is anders. Dat maakt dat co-waarderen maatwerk is en veel voorbereiding vraagt. Het is vooral leren door te doen.
Essay_Geertje_Huisman_participtief_waarderen_Leergang_Erfgoedfilosofie_2018-2019__002_.pdf (PDF, 360 KB)
Dank voor je reactie Geertje! Het is interessant om te horen dat een participatieladder (of iets vergelijkbaar) kan helpen met de 'framing' van participatief werken en wat de mogelijkheden zijn. Dat het helpt met het maken van bewuste keuzes over hoe participatie vorm krijgt in de praktijk.
De vaardigheden en werkvormen die je in het participatiespeelveld ziet, vind ik zelf ook heel waardevol. Geertje, zou je andere elementen terug willen zien in zo een schema?
Ik ben ook benieuwd wat de anderen in deze groep vinden...
Aangepast op 5 juli 2022
In De Museum Impact Toolkit (MIT) trof ik ook een participatieladder aan:
Ben benieuwd naar de concrete ervaringen van instellingen die deze tool hebben toegepast. De MIT is gemaakt door Breda University of applied sciences (BUas) in samenwerking met Museum Gouda, Musea Zutphen, Stedelijk Museum Breda en Hoebink Onderzoek & Advies. MIT was het eindresultaat van het project “Radar voor het Stadsgevoel”. Hiermee kunnen (stads)musea en andere culturele instellingen hun strategie bepalen of handvatten geven aan sociaal-cultureel beleid en om de impact te vergroten van projecten. De MIT is vindbaar als PDF op Museumcontact.nl
Zie: Waardepropositie canvas (museumcontact.nl)
Een participatieladder of -schema is geen voorwaarde voor participatie. In de praktijk ontstaan veel participatieve projecten en activiteiten organisch en soms zonder dat er bewust participatie wordt nagestreefd. De ladders en schema’s kunnen wel helpen om het participatieve proces bewuster en meer gestructureerd aan te pakken, bijvoorbeeld door vooraf te bepalen wat er wordt verwacht van betrokkenen.
Ik denk ook dat het goed is om te kijken of projecten die 'van nature' participatief zijn zich bewust kunnen worden van hun aanpak. Daarmee kun je hen ook uitdagen om toch nog een stapje verder te kijken en uitdagen om nieuwe samenwerkingen aan te gaan waardoor de doelgroep/groep deelnemers breder kan worden.
Dat stukje bewustwording kan ook helpen om momenten in te bouwen waarop organisaties laten zien wat ze doen met de inbreng van deelnemers. Waarom worden bepaalde dingen gerealiseerd en andere dingen niet?
Bedankt Geertje, Lian en Emma voor jullie reacties. Ja, in Nederland wordt vaak onbewust gewerkt in de geest van het Verdrag van Faro en er zijn zeker veel mooie participatie activiteiten waar mensen niet bewust zijn van specifieke participatieve methodieken. Soms vinden mensen het ook lastig om hun aanpak of werkwijzen te verwoorden. Als de ladders en schema's (kunnen) helpen met bewustwording, structurering en aanscherping van rollen of verwachtingen, is het goed als dat meegenomen kan worden in de ontwikkelingen van toekomstige schema's.
Eens Lorna, het is fijn als schema's en plaatjes e.d. werken als een eyeopener in plaats van een struikelblok. Een P-ladder kun je zien als een 'opstapje' zeg maar :-) Tegelijkertijd is het ook mooi om te zien en horen dat mensen en organisaties die beginnen met participatieve activiteiten tijdens het proces ervaren waar ze tegen aanlopen en op zoek gaan naar voorbeelden en ervaring van anderen. Of gewoon zelf gaan onderzoeken wat werkt en niet werkt. Zoveel mensen, zoveel aanpakken en zoveel mogelijkheden! ParticiLeren in de praktijk!