Er ging een Faro lichtje op.

  • 24 feb
  • Jobbe Wijnen
  • ·
  • Aangepast 26 feb
  • 7
  • 120
Jobbe Wijnen
Archeologie
  • Koert Salomons
  • Hetty (H.M.) Laverman Berbee
  • riemer knoop
  • Machteld Linssen

- YouTube

https://www.youtube.com/watch?v=WFA-MHP21lY

Bekijk je favoriete video's, luister naar de muziek die je leuk vindt, upload originele content e...

En bam, ineens viel daar een kwartje over Faro...

...niet in het minst dankzij een stevige verhuizing / verbouwing > check onze nieuw isolatiefolie in de video <, kwam er bij mij meer inzicht over wat we vorig jaar eigenlijk gevonden hebben in ons samenwerkingsproject 'Samen werken aan participatiemogelijkheden in de archeologie'.

We gingen op zoek naar knelpunten voor Faro en ontdekten dat de vrijstelling voor amateurarcheologie met de beste intenties toegevoegd*, maar toch te zuinig is ingebed om nog effectief te zijn onder (toekomstige) Faro regelgeving.

In de video leg ik het uit.

https://www.youtube.com/watch?v=WFA-MHP21lY

Aanvulling 26 februari:

Voor mij begint steeds meer voorop te staan dat we ook wat regelgeving betreft toe gaan naar multivocaliteit.

  1. Er zijn projecten waar streng gereguleerde protocollen terecht zijn, waar alleen gecertificeerde opgraving een must is, dat is strategie A.
  2. EN er zijn burgerprojecten, dat is strategie B

Dat zit in wezen nu ook al inhet doel van de regelgeving: archeologische verenigingen mogen naar de BEA enkel opgraven in al vrijgegeven gebieden. Uit memorie van toelichting: "De toenmalig minister van OCW sprak in dat debat uit dat zij de bestaande mogelijkheid open wil houden voor verenigingen van amateurarcheologen om zelfstandig te kunnen opgraven op locaties waar de archeologie niet behoudenswaardig is." Daarbij zegt het memorie dat " Er kan van amateurverenigingen niet worden verwacht dat ze aan dezelfde standaarden die gelden voor het verkrijgen van een certificaat kunnen voldoen."

Hier staat dus al dat er archeologisch onderzoek kan plaatsvinden met verschillende kwaliteiten. Wat mijn video en onderzoek met marjolijn daaraan toevoegt is dat de wetgever er (vermoedelijk) van uit ging dat archeologisch onderzoek maar één kwaliteitsschaal kent, die van de proceskwaliteit voor wetenschappelijk onderzoek in de AMZ, waarbij ik hier dan toevoeg dat er sprake is van verschillende kwaliteit, die niet te vergelijken zijn, met elk een eigen plek.

Als de burger inderdaad onder Faro ruimte krijgt voor haar eigen archeologiepraktijk, dan moet de professional haar eigen waarderingskaders voor (proces)kwaliteit ook durven loslaten en zich bewust zijn van dat wij - de profs- de vrijwilligers nooit kunnen evenaren in waar zij de nadruk leggen. Daar hebben wij geen invloed en zijn wij geen speler. Zo is het voor andere erfgoeddomeinen immers ook.

Met dank aan @marjolijn voor het meedenken en zoeken.


*Besluit Erfgoedwet en Archeologie, Staatsblad 2016 nr 155

Reacties

7 reacties, meest recent: 27 februari
  • Interessante observatie. Ben benieuwd naar de reacties.

    Machteld Linssen
  • Helemaal goed Jobbe, vooral dat "het moet mogen verschillen" dwz de methodiek en kwaliteit van vrijwilligersarcheologie (BEA) t.o.v. de gecertificeerde systematiek (REA), volgens Faro-principes. Ik weet alleen niet heel zeker of het klopt, maar je 10-minuten YouTube-filmpje vind ik geweldig.

    riemer knoop
  • Precies en dan is 'of het klopt' m.i. afhankelijk van de laag waarop je kijkt. Ik denk dat veel van de kritieken op mijn/ons werk kan zijn 'maar zo was het niet bedoeld!'...En dat geloof ik ook wel, maar het kan tegelijk waar zijn dat het wel zo (uit)werkt. Ik zou willen dat een legal anthropologist eens naar de Erfgoedwet keek.

    Jobbe Wijnen
  • Jobbe, wat een echt goede bijdrage! In dit filmpje ! Dit geeft lucht, ruimte , beweging, gesprek, inspiratie, leven en zoals de intentieverklaring van ' Erfgoedveld op weg naar Faro' bedoeld is. Hier mee verder gaan.

    Hetty (H.M.) Laverman Berbee
  • Aangepast op 26 februari

    Voor mij begint steeds meer voorop te staan dat we ook wat regelgeving betreft toe gaan naar multivocaliteit.

    1. Er zijn projecten waar streng gereguleerde protocollen terecht zijn, waar alleen gecertificeerde opgraving een must is, dat is strategie A.
    2. EN er zijn burgerprojecten, dat is srategie B

    Dat zit in wezen nu ook al inhet doel van de regelgeving: archeologische verenigingen mogen naar de BEA enkel opgraven in al vrijgegeven gebieden. Uit memorie van toelichting: "De toenmalig minister van OCW sprak in dat debat uit dat zij de bestaande mogelijkheid open wil houden voor verenigingen van amateurarcheologen om zelfstandig te kunnen opgraven op locaties waar de archeologie niet behoudenswaardig is." Daarbij zegt het memorie dat " Er kan van amateurverenigingen niet worden verwacht dat ze aan dezelfde standaarden die gelden voor het verkrijgen van een certificaat kunnen voldoen."

    Hier staat dus al dat er archeologisch onderzoek kan plaatsvinden met verschillende kwaliteiten. Wat mijn video en onderzoek met marjolijn daaraan toevoegt is dat de wetgever er (vermoedelijk) van uit ging dat archeologisch onderzoek maar één kwaliteitsschaal kent, die van de proceskwaliteit voor wetenschappelijk onderzoek in de AMZ, waarbij ik hier dan toevoeg dat er sprake is van verschillende kwaliteit, die niet te vergelijken zijn, met elk een eigen plek.

    Als de burger inderdaad onder Faro ruimte krijgt voor haar eigen archeologiepraktijk, dan moet de professional haar eigen waarderingskaders voor (proces)kwaliteit ook durven loslaten en zich bewust zijn van dat wij - de profs- de vrijwilligers nooit kunnen evenaren in waar zij de nadruk leggen. Daar hebben wij geen invloed en zijn wij geen speler. Zo is het voor andere erfgoeddomeinen immers ook.

    jw

    Jobbe Wijnen
  • Een beetje repeterende breuk Jobbe, want de "niet-behoudenswaardigheid" van archeologie (dwz van vermoede resten in de grond) wordt binnen systeem A vastgesteld, waarna de locatie naar systeem B verhuist, waar inderdaad ander kwaliteitsregimes kunnen heersen. Maar wat nou als stakeholders, zoals dat tegenwoordig heet, uit systeem B iets behoudenswaardig vinden? Dan terug naar A? Dan krijg je een eeuwige loop.

    riemer knoop
  • Aangepast op 27 februari

    Beste Jobbe,

    Ik heb jouw bijdrage gezien en zou, als je het goed vindt, graag enige nuance aanbrengen in het onderscheid tussen de linker- en de rechterkolom. De linker kolom valt onder de rechterkolom; zonder de BEA is de REA niet mogelijk. De BEA is eerder of gelijktijdig tot stand gekomen.

    Ten aanzien van de opmerking dat er geen standaarden voor de AWN gelden, ligt wettelijk gezien iets anders. In het BEA is bepaald dat de AWN hieraan (cursief) moet voldoen:

    ''Een certificaathouder zorgt ervoor dat bij het verrichten van een opgraving de verrichte handelingen en aangetroffen archeologische vondsten worden gedocumenteerd, de vondsten worden geconserveerd en een rapport wordt opgesteld waarin de resultaten van de handelingen zijn beschreven'' als ook;

    Een certificaathouder meldt de aanvang van een opgraving aan Onze Minister.

    Binnen twee weken na voltooiing van de opgraving meldt een certificaathouder aan Onze Minister de eerste bevindingen.

    Een certificaathouder conserveert de aangetroffen archeologische vondsten en draagt deze, alsmede de daarbij behorende opgravingsdocumentatie, binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving over aan de eigenaar.

    Binnen twee jaar na voltooiing van een opgraving legt een certificaathouder aan Onze Minister, aan de eigenaar en aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de opgraving heeft plaatsgevonden het rapport, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, over.

    Onze Minister kan ontheffing verlenen van de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, voor zover een certificaathouder in een geval redelijkerwijs niet in staat is aan een voorschrift te voldoen.''

    Ze zijn, i.t.t. Universiteiten en Hogescholen (3.1. lid 4 BEA) , m.i. echter niet gebonden aan de KNA. Het rapport kan bijvoorbeeld anders ingestoken worden (doe vooral je eigen ding zou ik zeggen). Conservering is wel verplicht, maar hoe men conserveert weer niet. Men zou daarnaast een ontheffing kunnen vragen. Beter is, denk ik, dat men inziet dat zorgvuldig omgaan met de aangetroffen resten gewoon onderdeel is van het archeologische werk. Daarvoor kan je kijken naar wat er in de KNA staat.

    Koert Salomons