Reactie Convent van Gemeentelijke Archeologen

  • jun 2022
  • Machteld Linssen
  • 1
  • 841
Machteld Linssen
Archeologie

Datum: 28-6-2022

Betreft: Schriftelijke reactie op vragen publieksbereik en burgerparticipatie in het licht van Faro

Geachte mevrouw Linssen,

U heeft ons als Convent van Gemeentelijke Archeologen (CGA) gevraagd om een reactie te geven op de vragen omtrent Publieksbereik en burgerparticipatie in het licht van Faro. Deze reactie kan u helpen bij het formuleren van de beleidsbrief naar aanleiding van het advies van de Raad voor Cultuur.

Onze reactie hieronder betreft de antwoorden op de door u gestelde vragen.

T.a.v. de ambitie: De samenleving meer betrekken bij de Malta-archeologie

1a. Publieksbereik en participatie in Malta-archeologie als verplichting voor certificaathouder (uitvoerder archeologisch onderzoek/schrijver PVE)

Het CGA is van mening dat een dergelijke verplichting ongewenst is. We willen eerst helder hebben wat we met Faro willen alvorens het ergens te borgen. Bij wie ligt de verantwoordelijkheid en wie gaat het betalen? Wij denken dat de verantwoordelijkheid niet bij de opdrachtgever/initiatiefnemer hoort te liggen. Wij zijn van mening dat publieksbereik een overheidstaak is. Het gaat namelijk om een maatschappelijk belang.

1b. Selectief kiezen voor publieksbereik en participatie in de Malta-archeologie

De hamvraag is wie de afweging maakt hoe publieksbereik en participatie in te zetten. Feitelijk is de huidige situatie conform deze optie. De resultaten van een opgraving bepalen vaak of men er actief mee naar buiten treedt. Het zou onze voorkeur hebben dat er één probleemhouder is. Maar tegelijk staat het een ieder vrij de resultaten publiek te maken.

Van te voren weet je niet precies wat je tegenkomt en of het nieuwswaardig is. Wel weet je dat er bij een opgraving een kans bestaat dat je wat moois vindt. Daar moet je voor het onderzoek al op voorsorteren. Dit kan door de gemeente al deelgenoot te maken. Belangrijk is ook hier of de vondst van lokaal, regionaal of nationaal belang is. Bij welke overheid ligt de verantwoordelijkheid?

1c. Rolverdeling

Zoals hierboven al aangegeven, is het CGA van mening dat gemeenten verantwoordelijk zouden moeten zijn voor publieksbereik en participatie. Er zijn vervolgens vele aanbieders die hierin kunnen acteren.

Maar omdat provincies een wettelijke taak hebben in zake de depots en de ontsluiting van vondsten, moet ook gekeken worden of de publiekstaak niet beter daar thuishoort. Het provinciaal of gemeentelijk depot is in feite een logische speler.

1d. Financiering van publieksbereik en participatie

Het lokale, provinciale of nationale belang bepaalt waar de kosten logischerwijs gelegd worden. De vondst heeft een duurzame waarde en de provincie is eigenaar van die vondst, dus is de provincie ook probleemhouder. Het Huis van Hilde is wellicht een mooi voorbeeld. Maar het verhaal moet ook naar de mensen toe.

T.a.v. de ambitie: Publieksbereik en participatie als basisvoorziening

2.a Mogelijkheden buiten de Malta-archeologie

Publieksbereik en participatie horen ingebed te zijn in educatieve programma’s. Dus het bredere kader zorgt voor het uitrollen van het product. Samenwerking tussen musea, depots, scholen, gemeenten, AWN en historische verenigingen is van groot belang. Gemeenten hebben een faciliterende taak hierin.

2b. Relatie met Malta

Er dient een basisstructuur opgetuigd worden. Eentje die een duurzaam karakter heeft en over het hele land uitgerold wordt. De relatie met Malta zit ‘m in de vondst/verhaal. Je bent voor een deel hiervan afhankelijk. Daarbij speelt natuurlijk de nieuwswaarde van de vondst/verhaal. Heeft de vondst na twee jaar nog nieuwswaarde of dient de vondst onderdeel uit te maken van een groter geheel. Dat het aanbod meer synthetiserend van aard is, dus voor de langere termijn. Er dient dus een getrapt aanbod te bestaan, maar wel vanuit een basisstructuur. De vondst verdient op het moment van vinden aandacht (open dagen) en later nog eens binnen een bredere context (synthetiserend).

3 T.a.v. de ambitie: Leeromgeving organiseren

Het wiel is volgens ons al uitgevonden. De AWN is hierin al een grote speler. Verder zijn er al veel aanbieders op de markt. Ook de depots hebben een belangrijke rol. Of een nationale rol gewenst is, is onduidelijk. ER is namelijk vaak op korte termijn slagkracht nodig.

Wij hopen u hiermee een paar inzichten aangereikt te hebben. Graag zijn wij bereid om mee te denken aan de invulling en uitwerking van de aanbevelingen uit het advies.

Hoogachtend,

Maarten Wispelwey

Voorzitter van het Convent van Gemeentelijke Archeologen

Trefwoorden