Reactie Convent van Gemeentelijke Archeologen
Datum: 28-6-2022 Betreft: Schriftelijke reactie op vragen publieksbereik en burgerparticipatie in h...
Visie van de Stichting Archeologie & Publiek t.a.v. de vragen die gesteld zijn in de uitnodiging tot gesprek
1a. Publieksbereik en participatie in Malta-archeologie als verplichting voor certificaathouder (uitvoerder archeologisch onderzoek/schrijver PVE) De Raad voor Cultuur geeft in haar advies een concreet voorstel voor publieksbereik en participatie. Ze stelt voor om publieksbereik en participatie toe te voegen aan de verplichtingen van een certificaathouder zodat het een standaard onderdeel wordt van het Programma van Eisen.
Hoe kijkt u naar dit voorstel?
De SAP (stichting Archeologie en Publiek) staat positief tegenover het voorstel om publieksbereik en participatie een concrete plek te geven in het archeologisch bestel. Hierbij gaat het niet om een verplichting voor publieksbereik en participatie, immers niet elk project is hier voor geschikt, maar wel om de verplichting voor het maken van een afweging of en hoe men publieksbereik en participatie in het project kan passen. Hiermee moet publieksbereik minder vrijblijvend worden en aan kwaliteit winnen door vroegtijdig inplannen en een afgewogen benadering van doelgroepen vroegtijdige overwegingen en benadering van doelgroepen.
Peil hier al behoefte en wensen van de doelgroep:
Wat zijn volgens u de sterke en minder sterke kanten van dit voorstel. Is dit voorstel werkbaar voor uw achterban? Zo niet, aan welke voorwaarden moet worden voldaan om het wel werkbaar te maken? Wordt met dit voorstel een groter publieksbereik en een actievere participatie van inwoners bereikt?
Zoals hierboven beschreven, is een verplichting tot uitvoering niet overal wenselijk. Naast de kosten zijn er soms andere organisatorische belemmeringen en niet elk project leent zich voor participatie. Door verankering in het PvE is echter het vrijblijvende karakter ervan af. In het beginsel zorg het voorstel voor een betere kwaliteit van de publieksvoorziening. Hierdoor mag men aannemen dat een groter publiek en actievere participatie wordt bereikt.
1b. Selectief kiezen voor publieksbereik en participatie in de Malta-archeologie
Een aantal van u heeft aangegeven te zoeken naar een vorm die meer flexibiliteit biedt om bijvoorbeeld aan te sluiten bij de mogelijkheden ter plekke en lokale interesses. Men wil zelf een afweging kunnen maken om niet, een beetje of sterk in te zetten op publieksbereik of participatie. Niet gericht op kwantiteit, maar op kwaliteit.
Wat is uw mening over dit scenario?
Publieksbereik en participatie dient men zeker flexibel te benaderen. Methode en toepassing zijn afhankelijk van de doelgroep, locatie en situatie. Dit mag echter geen vrijbrief te zijn om vrijblijvend om te gaan met publieksbereik. De mogelijkheden en interesses ter plekke dienen te worden meegenomen in de afweging zoals beschreven in het antwoord op 1a.
Hoe zou dit scenario er in de praktijk uit kunnen zien?
Dit scenario past als een van de afwegingen die men kan maken als onderdeel van de afweging die gemaakt wordt bij het PvE
Wat zijn de sterke, minder sterke en eventueel zwakke kanten van dit scenario?
Op zichzelf draagt het scenario het risico in zich een te vrijblijvend karakter te geven aan publieksbereik en participatie. In de voorgestelde verkenning naar publieksbereik en participatie binnen de Malta-archeologie moet dit aspect beslist worden meegenomen
Wat zijn de effecten van dit voorstel op publieksbereik en participatie?
Hier geldt een soortgelijke verwachting als bij 1a. hierbij willen we echter nog graag benadrukken dat 1a en 1b niet los van elkaar moeten worden gezien.
1c. Rolverdeling
Een aantal van u heeft aangegeven dat publieksbereik en participatie in de Malta-archeologie eigenlijk om een andere rolverdeling vraagt tussen de verschillende betrokkenen.
Bent u het hiermee eens? Zo ja wat zou er moeten veranderen? Is er een rol weggelegd voor partijen die nu (formeel) nog niet betrokken zijn bij de Malta-archeologie (maar bijvoorbeeld wel bij publieksbereik of participatie)? Zo ja, welke en waarom?
Ja, maar hiervoor is aanvullend onderzoek nodig en een stip op de horizon. Het gaat hierbij niet alleen om het ruimtelijke domein, maar ook het sociale en ecologische domein. Niet alleen de Malta- archeologie, maar ook bijbehorende zaken horen een vaste rol te krijgen.
1d. Financiering van publieksbereik en participatie
Publieksbereik en participatie in de Malta-archeologie kost geld.
Wie zou deze kosten moeten dragen? En waarom?
Overheid en verstoorder dienen samen te betalen. De verstoorder is uiteraard verantwoordelijk voor de ingreep, maar het is niet realistisch om hierbij alle lasten enkel bij een instantie of de private sector te plaatsen voor een maatschappelijk goed. De overheid zou hiervoor verschillende middelen ter beschikking moeten stellen op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau. Een publiek goed dient men (mede) met publieke middelen te betalen. Eventuele fondsen moeten door uitvoerende instanties kunnen worden aangevraagd, dit vraagt om een wijziging bij bestaande fondsen. Tevens moet hierbij worden gekeken naar de opzet van matching en wat als matching geldt en in hoeverre dat onnodige drempels opwerpt.
2a. Mogelijkheden buiten de Malta-archeologie
Is er aanleiding om ook buiten de Malta-archeologie publieksbereik en participatie in de archeologie te vergroten? Bijvoorbeeld voor educatieve doeleinden, voor ondersteuning van of samenwerking met burgerinitiatieven, of om met archeologische activiteiten andere maatschappelijke doelen te dienen?
Ja, dit is zonder twijfel wenselijk en gebeurt gelukkig ook al.
Zo ja, welke bestaande initiatieven, (vrijwilligers)organisaties of voorzieningen kunnen hiervoor worden ingezet? Zijn er daarnaast extra voorzieningen nodig?
Er is reeds een ruime variatie aan organisaties die een rol spelen buiten de Malta-archeologie. Veel organisaties opereren echter op vrijwillige basis en/of zijn afhankelijk van (tijdelijke) subsidies. Hiervoor is structurele financiering wenselijk. Daarnaast is een landelijke kennis-/ koepelorganisatie wenselijk.
De Stichting Archeologie en Publiek ziet hiervoor een rol voor zichzelf. Bij de oprichting in 2009 is statutair als doel gesteld:
“het bevorderen van publieksgerichte activiteiten op het terrein van de Nederlandse archeologie en daardoor gestalte geven aan Artikel 9 van het verdrag van Malta, op basis van bundeling van kennis, het uitwisselen van meningen en ervaringen, het voeren van een voortdurende dialoog op professioneel niveau en de dialoog met maatschappelijke partners. De stichting tracht haar doel te bereiken met alle mogelijke wettige middelen, voorts door:
De in de afgelopen jaren gerealiseerde SAP-bibliotheek met relevante literatuur en het Faro-Receptenboek zijn hiervan voorbeelden, maar ook de Grote Archeologie Prijs, de online-uitzendingen van Land vol Archeologie (zomer 2021) en verschillende symposia. Dit alles is echter gedaan zonder structurele financiering.
2b. Relatie met Malta
Zouden de initiatieven, (vrijwilligers)organisaties of voorzieningen ook een bijdrage kunnen leveren aan publieksbereik en participatie binnen de Malta-archeologie? Zo ja hoe en onder welke voorwaarden?
Ja, waak hierbij wel voor nodeloze verstoring en vervuiling van de commerciële markt, maak van vrijwilligers geen gratis arbeidskrachten.
Maak van de voorwaarden maatwerk en blijf dit met z’n allen onderzoeken. Het Faro-receptenboek van SAP kan hiervoor dienen als inspiratie en een eerste handreiking.
Blijf met elkaar in gesprek. Zowel beleids- als bedrijfsarcheologen onderzoekers, vrijwilligers en andere externe partners.
3. Een aantal van u heeft aangegeven ervaringen te willen uitwisselen en best practices te willen delen. Ook zijn er vragen over de effecten van participatie. De Raad voor Cultuur adviseert om een landelijke voorziening te treffen: een organisatie met visie en expertise, die in lokale projecten advies op maat kan geven over hoe mensen in die specifieke omgeving bij archeologie betrokken kunnen worden en bijscholingsactiviteiten organiseert op het gebied van publieksbereik en participatie.
Als de op dit moment enige nationale kennis- en verbindingsinstelling voor de Nederlandse publieksarcheologie zien we hier een duidelijke rol als SAP. 12 jaar geleden zijn bovengenoemde punten reeds opgenomen in de statuten. Vrijwel zonder middelen heeft SAP een netwerk van professionals, ervaringsdeskundigen en belangstellenden opgebouwd en kennis en ervaringen gedeeld. Het advies van de RvC biedt de gelegenheid om professionaliteit en activiteit sterk te bevorderen en te delen met het hele veld en de samenleving.
Is hier behoefte aan? Zo ja, waar moet een dergelijke voorziening aan voldoen?
Er is duidelijk behoefte aan een betere informatievoorziening. Deze vindbaar inrichten is van belang. Veel informatie is er reeds, kennis en expertise moeten en kunnen nog beter worden gedeeld.
Vindt niet opnieuw het wiel uit, maar investeer in je huidige infrastructuur!