De provincies omarmen het Verdrag van Faro

Het Verdrag van Faro wordt langzamerhand gemeengoed in het denken over erfgoed. Dat is te zien in een aantal cultuur en erfgoed plannen die de provincies voor de tweede helft van het decennium hebben vastgesteld. Het beleid achter de plannen wordt vaak gekoppeld aan Faro principes. De provincie Utrecht bijvoorbeeld stelt dat “erfgoed de grootst mogelijke democratische participatie rechtvaardigt”. Erfgoed is “onlosmakelijk verbonden met het functioneren van de samenleving”. Het ‘Faro denken’ strekt zich in Utrecht uit tot het primair onderwijs.

Andere provincies doen het nog wat rustiger aan en leggen bepaalde accenten bij het verdrag. Brabant gebruikt Faro voor het inclusiever maken van het aanbod, om met meer doelgroepen in contact te komen en om initiatieven van onderop te ondersteunen. In het kader van gebiedsontwikkeling legt deze provincie de nadruk op de betekenis die mensen aan erfgoed geven. Overijssel doet dat ook voor al het erfgoed, en geeft extra aandacht aan immaterieel erfgoed, zoals het Nedersaksisch.

‘Kampioen’ echter is Drenthe. In de nota ‘Cultuur maakt Drenthe, Drenthe maakt cultuur‘ komt ‘Faro’ 13 keer voor. Drenthe herhaalt dat de mens centraal staat in het erfgoed en wil het vormgeven van erfgoedzorg en beoefening á la Faro actief ondersteunen, onder andere met subsidieregelingen om initiatieven vanuit of met bewoners te stimuleren.

Ken je meer verwijzingen naar het Verdrag van Faro in provinciale of gemeentelijke beleidsdocumenten? Laat het ons weten! faro@cultureelerfgoed.nl

Hier kun je de bovengenoemde provinciale beleidsdocumenten vinden:

Drenthe

Brabant

Overijssel

Utrecht