Initiatiefnemer: Academiehuis Grote Kerk Zwolle
Het Academiehuis verbindt, verrijkt en verwondert. Brengt woord, kunst, muziek én mensen samen. Zoals dat al meer dan zeshonderd jaar gebeurt. Het is een plek voor ontmoeting en inspiratie, dialoog en stilte, een podium voor vertellers en toehoorders, denkers en doeners. Plato's Akademeia in het Athene van toen is het Academiehuis in het Zwolle van nu. Het Academiehuis is open en vrij, voor jong en oud. Het Academiehuis heeft en geeft ruimte voor historie en heden, initiatief en innovatie. Voor educatie en zingeving, event en experiment. Samen met onze vrijwilligers zijn we steeds op zoek naar wat erfgoed doet met mensen en hoe we dat kunnen verbinden.
Absent heritage of wat doen we met fantoompijn?
In 1966 besloot een groep architecten en architectuurhistorici dat reconstructie van monumenten uitermate onwenselijk is. Zij legden dat vast in het Charter van Venetië. Zij deden dat in de geest van de tijd eenzijdig vanuit hun beroepsgroep. Nog steeds is dat echter een leidend principe in onze erfgoedpraktijk. Een gereconstrueerd monument is geen monument en komt al helemaal niet in aanmerking voor subsidie (SIM - Hoofdstuk 1.1, lid d). In Burum (FR) dachten ze daar anders over. In 2012 brandde hun 200 jaar oude molen helemaal af. De gemeenschap zette de schouders eronder en herbouwde de molen. In 2015 vroegen ze SIM subsidie aan die door de RCE is afgewezen; immers reconstructie. Dat werd een rel tot in de Tweede Kamer en minister Bussemaker haalde bakzeil; de Kamer gaf de mensen in Burum gelijk.
Fantoompijn
De molen in Burum was weg en dat deed pijn. Net zoals je pijn kunt hebben als dier of mens van het gemis van een ledemaat. Erfgoed is ook een ledemaat van ons leven. En vanuit een abstracte, professionele discipline kun je betogen dat "wat weg is, weg moet blijven". Maar de pijn blijft bij de bewoners, bij de samenleving.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn honderden, duizenden monumenten in Europa weer opgebouwd, gereconstrueerd. Blijkbaar is er een brede behoefte sporen uit het verleden weer zichtbaar te maken. Het Charter van Venetië houdt daar te weinig rekening mee. Had het Verdrag van Faro toen bestaan, dan hadden ze vast een ander Charter gemaakt.
Doel van ons initiatief
Wat we wel willen bereiken is dat we als samenleving de vrijheid hebben om zelf te beslissen wat we met absent heritage willen doen. Dat daar ook een uitgestoken hand voor is van professionals. En als we het verhaal van dat verdwenen erfgoed in het zonnetje willen zetten, prachtig. En als we met kunstuitingen, verwijzingen of lichtbeelden dat verdwenen erfgoed willen herbeleven is dat geweldig. Maar als we vinden dat het herbouwd moet worden, moet dat ook fantastisch kunnen zijn en niet op voorhand haaks staan op Venetië.
We focussen dus op de kernwaarde: "Openstaan voor andere erfgoedopvattingen en meer ruimte bieden aan kennis van burgers voor de betekenis van erfgoed in het heden."
Wat gaan we doen?
In Nederland zijn genoeg voorbeelden van absent heritage. De Domkerk in Utrecht mist een groot deel van het schip, de Michaelskerk in Zwolle mist haar toren, er zijn tientallen molenrompen. En we kennen natuurlijk de volledige reconstructie van de Notre Dame. Rond de verloren toren in Zwolle zijn inmiddels een zestigtal ideeën vanuit de samenleving opgeworpen om dit absent heritage weer een plek te geven. Een tiental daarvan gaat over een gehele of gedeeltelijke reconstructie. We gaan verder met het toetsen van de beelden bij de bewoners en bezoekers van Zwolle over het verloren gegane erfgoed. Welke denkrichting is favoriet, hoe willen ze dat de toren weer beleefbaar wordt. We gebruiken daarbij de denkkracht van bv de Rijksbouwmeester (waar we al contact mee hebben) en andere initiatiefnemers die denken over en bezig zijn met verloren erfgoed. Op die manier willen we het gesprek over reconstructie vanuit alle professionele (erfgoed, architectuur, stedenbouw) en emotionele invalshoeken aanvliegen.
Dit project kan leiden tot een systeemverandering en maakt de erfgoedzorg meer Faro-conform. Inhoudelijk en qua subsidiering streven we naar herwaardering van het uitvoeren van reconstructies, in wat voor vorm dan ook.
Verdrag van Faro: we zien ons project als een belangrijke stap in de implementatie van Faro. De opvatting over reconstructie gaat iedereen aan. Kernwaarde twee is waaraan we bij willen dragen. We sluiten aan bij het thema 'waarderen' omdat we het brede gesprek willen over de bestaande en de te herstellen waarden van de plek. De opvatting van de bewoners en bezoekers is de sleutel. Wanneer een samenleving reconstructie ziet als erfgoed, dan is dat een factor die in de besluitvorming een rol moet spelen.
Tijdpad/financiën
Het Academiehuis heeft de fase gefinancierd van het ophalen van visies en ideeën uit de samenleving. De stap naar de emancipatie van het concept reconstructie zal deels via het Academiehuis en deels via een Faro subsidie lopen. Het Academiehuis vraagt € 50.000 subsidie als ondersteuning van het proces. Een gedetailleerde begroting zal in een volgende fase van deze subsidieronde beschikbaar zijn.
Reacties
Wel of niet reconstrueren is een constant dilemma in onze omgang met cultureel erfgoed. Op kleine schaal (een houten kozijn, een verdwenen ornament) of in het groot (een compleet gebouw of zelfs een landschap) doet zich steeds de vraag voor of, wat en hoe we iets willen terughalen uit het verleden of juist kiezen voor iets nieuws. Zolang er monumentenzorg is, speelt deze vraag en de vraag hoe we ons hiertoe verhouden. Boeiend onderwerp om over van gedachten te wisselen.
De discussie over fantoompijn is interessant. Ik kan me daar bij pas verdwenen monumenten (Burum, en recentelijk Valkenburg) van alles bij voorstellen. Je ankerpunt is dan weg. Bij een toren zoals in Zwolle, die al eeuwen weg is, kan er mijns inziens geen sprake zijn van fantoompijn. Dat is ook niet het geval bij de vele reconstructies van molens op plekken waar ze soms meerdere decennia niet meer aanwezig waren.
Het is interessant om te spreken over reconstructies, en ook te kijken waarom sommigen, in historische binnensteden, toch uiteindelijk niet zijn doorgegaan. Kijk bijv. naar de Jan Roodenpoortstoren in Amsterdam.
Het doel om subsidiering als doel en uitgangspunt te nemen, vind ik niet goed. Dit veronderstelt dat de samenleving waar dit project zich op richt hier van uit zou moeten gaan. Reconstructies zijn bijna altijd particulier initiatief geweest, de vraag is waarom de overheid daaraan nu of straks zou moeten bijdragen. Zeker als er sprake is van iets wat de nog levende generatie nooit heeft gezien!
Ik vind dit een mooi thema, dat wat mij betreft thuis hoort in het onderzoeken van de betekenis van het verdrag van Faro voor de Nederlandse erfgoed praktijk. De gedachte dat recent gemaakte reconstructies wel erfgoed zijn, omdat er verlies ervaren wordt in de samenleving, trekt een aantal uitgangspunten van de huidige erfgoedpraktijk uit de zijn comfortzone. Is een langer geleden uitgevoerde reconstructie wél erfgoed, omdat deze van voor een bepaalde datum is? Dat zou een nogal zwartwitte benadering zijn. Faro is meer dialooggestuurd, met onverwachte gedachten over wat waardevol kan zijn. De confrontatie met de meer regelgestuurde, op expertoordeel gebaseerde praktijk zal niet makkelijk zijn maar kan, denk ik, tot waardevolle nieuwe inzichten leiden.
Dan nog dit: woorden als fantoompijn gaan over emoties. Het interessante aan emoties is dat de ene persoon niet kan beslissen of een ander persoon die emoties wel of niet ervaart. Dat maakt het geheel een stuk minder objectief. Verkennen wat dat betekent voor monumentenzorg lijkt mij zeker relevant.
groet
Martijn van Poecke, Erfgoed Zeeland
Wat een leuke beweging, en wat een ingenieuze naam! Ze opent een deur naar een nog onvoldoende gevoerd gespek over authenticiteit. Die "ankerpunten" van Karel lijken me wel wat. Maar laat ons het ook hebben over verschillen (en overeenkomsten) tussen materiële, conceptuele en functionele authenticiteit. En wat mij betreft ook spatiële: de ene plek is de andere niet...
Ik vind het inderdaad een mooie ontwikkeling dat er nu een vorm van herijking plaatsvindt. De stelregel bepaalde zo goed als alle beleidsbeginselen. De reconstructie van een monument vraagt echter ook om bezinning. Welke betekenis en of waarde vertegenwoordigde het object vroeger? En wat zou de waarde van een reconstructie nu zijn en wat hoe zou die waarde zich in de toekomst kunnen ontwikkelen? Dus eigenlijk, wat wil je bestendigen met een beoogde reconstructie? Kan het gebouw (weer) een sociale, een economische, een religieuze dan wel culturele functie vervullen of is de beoogde functie met name drager van een lokale identiteit ?