Reactie Floris van Oosterhout namens NVAO

  • jul 2022
  • Floris van Oosterhout
  • 436
Floris van Oosterhout
Archeologie
  • Anton Cruysheer

Hieronder mijn reactie op de vragen in de stap Ambities uitwerken als vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging van Nederlandse Opgravingsbedrijven.

1a. Publieksbereik en participatie in Malta-archeologie als verplichting voor certificaathouder

Het is geen goed idee om publieksbereik/participatie toe te voegen aan de verplichtingen voor de certificaathouders. Op dit oment ontbreekt hiervoor ook een goede grond vanuit wetgeving/beleid. Het brengt de certificaathouders in een onmogelijke situatie, omdat zij moeten voldoen aan een eis waarvoor een klant vanuit regelgeving niet hoeft te voldoen.

Over het Programma van Eisen (PvE) als instrument: hier worden twee zaken onterecht samengevoegd. Het PvE is namelijk een instrument van de bevoegde overheid om eisen te stellen aan het onderzoek. Het opnemen van eisen in een PvE maakt niet dat dit ook direct moet worden opgenomen in het certificatieschema.

De certificaathouder kan zeker een belangrijke rol spelen in het betrekken van publiek en participatie, maar het risico ligt op de loer dat de kosten hiervoor niet bij de juiste partij terechtkomen. Als er geen heldere regelgeving aan ten grondslag ligt, dan wordt dat het probleem van de certificaathouder.

Een ander aspect is dat de certificaathouders waarschijnlijk niet altijd de meest geëigende partijen zijn om hier de verantwoordelijkheid voor te dragen; het zou beter zijn om hier een samenwerking in te zoeken en dit juist los te zien van de (door regelgeving gedomineerde) certificaatplichtige handelingen. Zorg juist voor vrijheid om dit aspect, op een zorgvuldige manier gedragen door de overheid, vorm te geven.

1b. Selectief kiezen voor publieksbereik en participatie in de Malta-archeologie

Dit sluit mooi aan op het bovenstaande punt. Het verdient daarbij wel de aanbeveling om hier op de verschillende niveaus regie op te voeren: iedereen heeft recht op toegang tot het (archeologisch) erfgoed en het moet daarbij niet uitmaken in welk deel van het land je woont. Dit zou al vroeg in het proces moeten kunnen worden vormgegeven: beperk dit niet tot de laatste stappen van het onderzoek (opgravingen), maar pak dit al op vanaf de start van het AMZ-proces (of zelfs daarvoor). Er liggen hele mooie kansen om het bereik te vergroten bij het opstellen van archeologische beleidskaarten, omgevingsvisies en omgevingsplannen, etc.

Dus vrijheid om hier regionaal of zelfs lokaal zinvol invulling aan te geven, maar met voldoende beleidsinstrumenten om wel te kunnen sturen als dit achterblijft.

1c. Rolverdeling

Helemaal mee eens met het idee dat verschillende partijen een rol en verantwoordelijkheid kunnen nemen, maar wel met de kanttekening dat we ervoor moeten waken dit door regelgeving te laten gijzelen. Zorg dat hierin de vrijheid blijft bestaan om er zinvol invulling aan te geven. Dat kan natuurlijk ook heel goed een certificaathouder zijn. Als ik naar mijn eigen praktijk kijk, dan zijn wij 100% van onze tijd bezig met erfgoed, maar slechts een deel daarvan moeten/willen wij uitvoeren onder het certificatieschema. De creativiteit zit vaak juist in het deel dat buiten de certificering valt.

1d. Financiering van publieksbereik en participatie

Dat is haast een politieke vraag, maar ik vind dat de overheid hier een belangrijke kostendrager zou moeten zijn. Wat in ieder geval een hele slechte zaak zou zijn is als het budget wordt gezocht in het bedrag dat nu voor het archeologisch onderzoek wordt gereserveerd. Dan gaat het ten koste van een sector, die het toch al niet breed heeft.

T.a.v. de ambitie: Publieksbereik en participatie als basisvoorziening

2.a Mogelijkheden buiten de Malta-archeologie

Juist ok buiten de Malta-archeologie is er ruimte voor publieksbereik en participatie, maar daarvoor moeten verschillende partijen wel bereid zijn middelen vrij te maken. Hoewel een belangrijk deel van het archeologisch werk is gedreven vanuit de noodzaak door ruimtelijke ontwikkelingen, zou het echt een heel pover uitgangspunt zijn voor het betrekken van het publiek. Dit zit ook in het ontsluiten van depots, archieven en collecties. Educatie op scholen, etc., etc. Een goed voorbeeld: de Archeohotspots. Die werken wat mij betreft heel goed en brengen archeologie op een hele toegankelijke, herkenbare manier bij een groter publiek, los van het AMZ-proces.

2b. Relatie met Malta

Er is zeker een relatie met werkzaamheden binnen het AMZ-proces. De expertise kan prima worden ingezet. De middelen zouden via een andere weg moeten worden verzorgd.

T.a.v. de ambitie: Leeromgeving organiseren

Volgens mij zijn er voldoende organisaties die hier een rol in kunnen spelen. Een nieuwe organisatie lijkt mij niet nodig.

Trefwoorden