Gegronde herinneringen: metaaldetectie als mindful erfgoed in actie

  • 14 jul
  • Faro-team
  • 24
Faro-team
Prikbord 2025

Initiatiefnemer: Meertens Instituut, met als partners Universiteit Antwerpen, KU Leuven en DDA
Thema: Archeologie

In Nederland is metaaldetectie uitgegroeid tot een belangrijke culturele praktijk die mensen verbindt met landschappen, historische verbeelding en met elkaar. Wat ooit werd beschouwd als een nichehobby is nu uitgegroeid tot een betekenisvolle vorm van immaterieel cultureel erfgoed (ICE) - dat zelfs als zodanig is opgenomen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De erfgoedpraktijk van metaaldetectie fungeert als een dynamisch platform voor het delen van kennis, herinneringen en verhalen. Ze onderstreept het belang van citizen science en grassroots erfgoedgemeenschappen bij het vormgeven van inclusieve en participatieve erfgoedtoekomsten.

Deze ontwikkeling sluit nauw aan bij de principes van de Faro-conventie van de Raad van Europa en de UNESCO-conventie ter bescherming van ICE (2003). Beide verdragen benadrukken het belang van actieve betrokkenheid van gemeenschappen, groepen en individuen bij het waarderen, behouden en beheren van cultureel erfgoed.

Toch blijven veel van de huidige, top-down initiatieven die metaaldetectievondsten registreren sterk gericht op de materiële aspecten van erfgoed(zorg) en de wetenschappelijke waarden die geassocieerd worden met de objecten. Deze benadering laat weinig ruimte voor de meer vluchtige, immateriële waarden die voor detectorgebruikers centraal staan: persoonlijke herinneringen, affectieve ervaringen en sociale verbondenheid die de kern vormen van de praktijken van metaaldetectie. Door de nadruk uitsluitend te leggen op archeologische informatie, missen databases en inventarissen, zoals Portable Antiquities of the Netherlands (PAN), de kans om de bredere culturele betekenissen en sociale dimensies van metaaldetectie te identificeren en inventariseren. Daardoor blijven de emotionele en gemeenschapsvormende aspecten van metaaldetectie onderbelicht, en raakt een belangrijk deel van de bijdrage van detectorgebruikers aan het erfgoedveld gemarginaliseerd.

Ons project beoogt deze lacune te dichten door de stemmen van detectorgebruikers in Nederland als erfgoedbeoefenaars centraal te stellen en te versterken. Aan de hand van interviews onderzoeken we hoe zij betekenis toekennen aan de objecten die zij ontdekken en hoe deze vondsten hun identiteit, herinneringen, waardesystemen en onderlinge relaties beïnvloeden.

De interviews bieden inzicht in de zich ontwikkelende ‘biografieën’ die detectorgebruikers creëren met de objecten die zij onder hun hoede hebben, waarbij tastbare vondsten worden gekoppeld aan immateriële dimensies: herinneringen, identiteiten, ethiek van zorg en gedeelde verantwoordelijkheid. Zo tonen we aan dat objecten niet alleen hun archeologische verhalen dragen, maar ook in de huidige tijd betekenis en invloed hebben. Deze benadering verrijkt het begrip van metaaldetectie als erfgoedpraktijk en werpt licht op de sociale en emotionele dimensies die het tot een rijke complexe erfgoedactiviteit maken. Tegelijkertijd draagt ze bij aan bredere discussies over participatief erfgoedbeheer.

We zullen in ons kleinschalige project de persoonlijke verhalen, ervaringen en kennis van detectoren belichten en zo de kloof tussen het materiële en immateriële overbruggen. In overeenstemming met de Faro- en de 2003 UNESCO-conventies zal het project bruggen slaan tussen praktijk en beleid, tussen wetenschap en erfgoedgemeenschap, waarbij de betrokkenheid van de erfgoedgemeenschap bij de zorg voor en het beheer van erfgoed versterkt wordt. Zo dragen we bij aan een meer inclusief erfgoedlandschap.

Het project levert verschillende concrete resultaten op:

  1. Publieksgerichte output: we publiceren een Nederlandstalig, populairwetenschappelijk artikel over onze methodologie en bevindingen in een tijdschrift, zoals Detector Magazine (uitgegeven door de DDA). Daarnaast ontwikkelen we samen met Nederlandse detectorgebruikers één tot drie video's die via YouTube worden gedeeld.
  2. Academische bijdrage: we publiceren een Engelstalig, open access artikel in een internationaal tijdschrift om de werkwijze en inzichten als best practice te presenteren aan een internationaal publiek.
  3. Praktijkgerichte aanbevelingen: op basis van onze bevindingen formuleren we aanbevelingen voor PAN, gericht op het verbreden van de informatie-inzameling en -verstrekking rond metaaldetectievondsten. Hierbij pleiten we voor integratie van de perspectieven van de erfgoedgemeenschap en een balans tussen materiële en immateriële aspecten. Ook wordt aandacht besteed aan de vraag hoe deze uitbreiding digitaal ondersteund kan worden.
  4. Co-creatieve uitkomsten: tot slot staan we open voor aanvullende resultaten, ontwikkeld in samenwerking met detectorgebruikers die aan het project deelnemen. Deze co-creatiebenadering draagt bij aan duurzame betrokkenheid en wederzijds begrip tussen erfgoedprofessionals en -gemeenschappen.