Een erkend certificaat voor vrijwillige archeologen: dieper graven voor meer mensen
- 8 jul
- Faro-team
- 2
- 65
Initiatiefnemer: AWN Nederlandse Archeologievereniging
Thema: Archeologie, subthema: Opleidingen
Begin 2025 verscheen het eindrapport Samen werken aan participatiemogelijkheden in de archeologie, een samenwerkingsverband van AWN Nederlandse Archeologievereniging en diverse coalitiegenoten, mede mogelijk gemaakt door de Subsidieregeling Uitvoeringsagenda Faro. Daarin wordt een aantal knelpunten beschreven die de participatie van vrijwilligers (al dan niet in georganiseerd verband) in allerlei archeologische projecten, van verkenning tot opgraving, bemoeilijken. Het rapport bevat echter ook oplossingsrichtingen, waaronder 'Scholing van vrijwilligers in de archeologie voor specifieke vaardigheden' in het kader van de Malta-archeologie. Daarbij wordt gedacht aan het aanbieden van cursussen die leiden tot erkende certificaten, waarmee de mogelijkheden om vaker en op een hoger niveau deel te nemen aan archeologisch onderzoek, worden verruimd.
Hoewel er verschillende cursussen en basisdiploma's bestaan voor vrijwilligers, is er geen algemeen erkend diploma of certificaat voor het uitvoeren van diverse 'voorbehouden handelingen'. Dat wil zeggen: op het land, want voor onderzoek onder water hebben de RCE en de Landelijke Werkgroep Onder Water (LWAOW) van de AWN wél een basiscursus met internationaal erkend certificaat ontwikkeld.
AWN Nederlandse Archeologievereniging wil haar 2.300 leden de mogelijkheid bieden om, in nauwe samenwerking met alle betrokken partners in het archeologisch veld, actiever en 'diepgravender' betrokken te worden bij archeologisch bodemonderzoek. Bij de invoering van het nieuwe 'Malta'-bestel zijn die mogelijkheden sterk beperkt. AWN onderkent de complexiteit van het huidige bestel en regelgeving terdege, maar vindt dat er in deze tijd, waarin de wenselijkheid van participatie en de rol van vrijwilligers keer op keer worden benadrukt, er op dit gebied meer mogelijk moet zijn. AWN is ervan overtuigd, dat dat ook kan.
Dat vergt wel een zorgvuldige voorbereiding. Het aantal en de aard van de in bovengenoemd rapport genoemde knelpunten laten zien dat dit geen zaak is die met het lanceren van een cursus, hoe degelijk ook samengesteld, kan worden opgelost. AWN vraagt dan ook een bijdrage voor een breed opgezet haalbaarheidsonderzoek, waaruit de mogelijkheden, grenzen én het draagvlak in het veld naar voren komen. Het resultaat is een veelomvattende inventarisatie van meningen en ervaringen van alle mogelijke stakeholders: in de eerste plaats de AWN zelf, de RCE, provincies, gemeenten, bedrijven, depotbeheerders, en daarnaast de SIKB en partners met een vergelijkbare rol als de AWN, zoals de metaaldetectororganisatie DDA. De eindrapportage moet de weg wijzen naar een certificaat waarmee vrijwilligers een betekenisvoller bijdrage zullen kunnen leveren aan wetenschap en maatschappij. Wat is er voor zo'n cursus-plus-certificaat gewenst, nodig, mogelijk, moeilijk of onmogelijk?
Het beoogde certificaat moet niet alleen erkend, maar ook geaccepteerd worden door de rest van het veld, met name het gravende gedeelte daarvan. Het onderzoek verkent dus ook het draagvlak voor bredere en intensievere deelname aan archeologisch werk en plaveit daarvoor de weg.
AWN is ervan overtuigd dat het certificaat, ondersteund door goede communicatie, ook positieve uitstraling zal hebben buiten de traditionele vrijwilligerskringen en een stimulans zal vormen voor buitenstaanders van nu om in de toekomst aan te haken.
Reacties
Op de Brabantse Erfgoedontmoeting vertelde In den Scherminckel uit Bergen op Zoom over de grenzen waar zij soms tegenaanlopen met de gemeente. Waar mogen vrijwilligers wel/niet aan het werk. In Bergen op Zoom is er een goede afstemming ontstaan met de erfgoedambtenaar. Wellicht een mooie casus om eens onder de loep te nemen.
Stichting In den Scherminckel
De DDA wil als Nederlandse vereniging voor metaaldetectie en bewaker van het immaterieel erfgoed dat metaaldetectie is meedenken. Dit sluit ook aan bij het huidige Faro onderzoek naar de APV.
Vanuit de metaaldetectie denken wij ook na of een certificaat helpt bij het toegankelijk houden van het immaterieel erfgoed en het uitoefenen er van. In het onderzoek wordt dan ook vaak gewezen op de vispas. Dat is eenvoudig uitgesproken, alleen wordt vergeten dat achter de vispas een landelijke organisatie zit genaamd 'Sportvisserij Nederland' met in 2024 alleen al aan inkomsten vanuit de vispas een bedrag van 12 miljoen euro.
Een ander punt waar we tegen aanlopen is de vraag wie nu verantwoordelijk is voor communicatie en het bereiken van die personen die het nog niet weten. Wij krijgen nu vanuit het veld negatieve reacties dat wij de zoekers niet goed begeleiden? Maar mag je van een bestuur dat bestaat uit 100% vrijwilligers die de activiteiten naast een werkweek van 40 uur wel verwachten. Wetende dat de vereniging met hun professionele Detector Magazine en actieve samenwerking met de RCE, PAN en een aantal Erfgoedhuizen al veel tijd en geld investeren. 90% van het lidmaatschap gaat naar het magazine. De overige 10% is om als vereniging de wettelijke taken te kunnen voldoen.
Het is van belang om dit onderwerp niet 'one-dimensional' te benaderen. Binnen het uitvoeren van de erfgoed zijn verschillende invalshoeken met bijbehorende uitdagingen. De beoefenaars van het immaterieel erfgoed is daarbij slechts 1 van die invalshoeken, die ik hierboven al deels heb toegelicht.
@suziethomas: This is maybe also for you good to know and touch a little with your initiative.
@avandebunt: Vanuit de ArcheoHotspot is dit een onderwerp die interessant is om te volgen.
@antonc: Zou jij hier aanvulling op kunnen geven vanuit Landschap Erfgoed Utrecht.
@ejvg1955: Dit past mooi in de lijn waar wij al over spreken samen met PAN en ArcheoHotspot.