Een erkend certificaat voor vrijwillige archeologen: dieper graven voor meer mensen
- 7 uur geleden
- Faro-team
- 15
Initiatiefnemer: AWN Nederlandse Archeologievereniging
Thema: Archeologie, subthema: Opleidingen
Begin 2025 verscheen het eindrapport Samen werken aan participatiemogelijkheden in de archeologie, een samenwerkingsverband van AWN Nederlandse Archeologievereniging en diverse coalitiegenoten, mede mogelijk gemaakt door de Subsidieregeling Uitvoeringsagenda Faro. Daarin wordt een aantal knelpunten beschreven die de participatie van vrijwilligers (al dan niet in georganiseerd verband) in allerlei archeologische projecten, van verkenning tot opgraving, bemoeilijken. Het rapport bevat echter ook oplossingsrichtingen, waaronder 'Scholing van vrijwilligers in de archeologie voor specifieke vaardigheden' in het kader van de Malta-archeologie. Daarbij wordt gedacht aan het aanbieden van cursussen die leiden tot erkende certificaten, waarmee de mogelijkheden om vaker en op een hoger niveau deel te nemen aan archeologisch onderzoek, worden verruimd.
Hoewel er verschillende cursussen en basisdiploma's bestaan voor vrijwilligers, is er geen algemeen erkend diploma of certificaat voor het uitvoeren van diverse 'voorbehouden handelingen'. Dat wil zeggen: op het land, want voor onderzoek onder water hebben de RCE en de Landelijke Werkgroep Onder Water (LWAOW) van de AWN wél een basiscursus met internationaal erkend certificaat ontwikkeld.
AWN Nederlandse Archeologievereniging wil haar 2.300 leden de mogelijkheid bieden om, in nauwe samenwerking met alle betrokken partners in het archeologisch veld, actiever en 'diepgravender' betrokken te worden bij archeologisch bodemonderzoek. Bij de invoering van het nieuwe 'Malta'-bestel zijn die mogelijkheden sterk beperkt. AWN onderkent de complexiteit van het huidige bestel en regelgeving terdege, maar vindt dat er in deze tijd, waarin de wenselijkheid van participatie en de rol van vrijwilligers keer op keer worden benadrukt, er op dit gebied meer mogelijk moet zijn. AWN is ervan overtuigd, dat dat ook kan.
Dat vergt wel een zorgvuldige voorbereiding. Het aantal en de aard van de in bovengenoemd rapport genoemde knelpunten laten zien dat dit geen zaak is die met het lanceren van een cursus, hoe degelijk ook samengesteld, kan worden opgelost. AWN vraagt dan ook een bijdrage voor een breed opgezet haalbaarheidsonderzoek, waaruit de mogelijkheden, grenzen én het draagvlak in het veld naar voren komen. Het resultaat is een veelomvattende inventarisatie van meningen en ervaringen van alle mogelijke stakeholders: in de eerste plaats de AWN zelf, de RCE, provincies, gemeenten, bedrijven, depotbeheerders, en daarnaast de SIKB en partners met een vergelijkbare rol als de AWN, zoals de metaaldetectororganisatie DDA. De eindrapportage moet de weg wijzen naar een certificaat waarmee vrijwilligers een betekenisvoller bijdrage zullen kunnen leveren aan wetenschap en maatschappij. Wat is er voor zo'n cursus-plus-certificaat gewenst, nodig, mogelijk, moeilijk of onmogelijk?
Het beoogde certificaat moet niet alleen erkend, maar ook geaccepteerd worden door de rest van het veld, met name het gravende gedeelte daarvan. Het onderzoek verkent dus ook het draagvlak voor bredere en intensievere deelname aan archeologisch werk en plaveit daarvoor de weg.
AWN is ervan overtuigd dat het certificaat, ondersteund door goede communicatie, ook positieve uitstraling zal hebben buiten de traditionele vrijwilligerskringen en een stimulans zal vormen voor buitenstaanders van nu om in de toekomst aan te haken.