Vandaag had de projectgroep 'Samen werken aan participatiemogelijkheden in de archeologie' een leuk overleg bij onze gastheer/dame aan het Smallepad. We inventariseerden knelpunten voor participatie in de Malta archeologie.
Een van de knelpunten die ik naar voren bracht is mijn eigen onvrede over de onderschatting van de meerwaarde van het zelf doen in de archeologie. De verdeling is nu zo, via Erfgoedwet en beleid, dat de wetenschappelijke waarde altijd (veruit) boven alle andere waarden wordt gesteld. Voor iemand die vanuit de archeologie naar de regelgeving kijkt is dit volstrekt begrijpelijk. Echter, mijn stelling in een net verschenen artikel (zie link hieronder) is dat dit veel minder evident is als je archeologie benadert als een contemporaine culturele praktijk die op allerlei manieren waarde genereert voor de samenleving. Sommige van waarden zijn wetenschappelijk, anderen niet... maar daarom niet minder waardevol.
In het artikel Pull Tab Archaeology stel ik voor dat het ‘zelf doen’ misschien wel de helft van de waarde is die archeologie genereert. Misschien zelfs de belangrijkste, al is dat is een beetje een arbitraire discussie of een kwestie van smaak: kenniswinst en behoud blijven natuurlijk belangrijke uitgangspunten, tenminste vooralsnog.
Waar het mij in het artikel om gaat is we ons privilege van het zelf doen meer zullen moeten loslaten om relevant te blijven. (Volgens mij zeg ik daarmee op dit platform niks geks en ook niks nieuws). Burgers moeten mogen aanmodderen in de archeologie: dat is onderdeel van samen leren, hoe eng archeologen dat idee ook vinden. Het verlies van soms wat erfgoed, weegt niet zondermeer op tegen de winst van een door DIY archeologie veel meer op de leefomgeving betrokken samenleving met een grotere cohesie, democratie en weerbaarheid.
Het is een peer reviewed artikel, dus dan weet je dat het absolute waarheid is 😉. Ik ben zelf zeer blij mee (ondanks mijn eigen lange lijst tekortkomingen bij herlezen) want een academische publicatie rond krijgen zonder NWO fonds, met een citizen science project van 4 jaar, dat kostte heeeel veel vrije avonden, hoofdbrekens, en hulp van 100 participanten wereldwijd. Ik mag hem niet doorsturen vanwege de copyrights dus hier is de formele link: https://journal.equinoxpub.com/JCA/article/view/25283 ....die natuurlijk een direct een participatieprobleem oproept want ik schat dat 80% van alle archeologen helemaal geen toegang heeft tot een academische bibliotheek, haha! Weten wij ook eens hoe dat voelt om er buiten te staan! 😁
Zelfs ik als auteur kreeg van Equinox geen auteursexemplaar....moet je nagaan.
Hoe lossen we dat nou op.....
EDIT - toch gelukt!
Reacties
Hoi @jobbew, eindelijk even de tijd genomen om je artikel te lezen. Dank voor het delen! Hoewel er via het onderzoek naar treklipjes ook nieuwe kennis verworven kan worden (qua typologie, etc.), strekt de impact veel verder uit. Het stelt m.i. vragen als: wat is archeologie nou eigenlijk, wie heeft er toegang toe, wat zijn de voortbrengende waarden van archeologie en is de ene waarde wel/niet belangrijker dan de andere? Misschien gaat het in essentie ook wel om de democratisering van de archeologie in combinatie met het 'reconnecten' van de archeologie aan de samenleving. Archeologen gebruiken als metafoor van hun werk wel eens het vergelijk met een chirurg: in je lichaam laat je toch liever een opgeleide, gekwalificeerde chirurg aan het werk, dan een onbekwame amateur? Ik denk dat een vergelijk met de vuilophaaldienst een betere is: de materiele neerslag van culturen waar de archeologie zich op richt kán worden 'opgeruimd' door een professionele vuilophaaldienst. Echter, daarnaast zijn ook veel andere mensen die zich met het 'vuil' bezig houden, van individuele vuilprikkers, tot oceancleaners, etc. Ieder op hun manier, vanuit verschillende motieven en met verschillende impact. Van pure wetenschap tot puur plezier beleven. Alhoewel dit ook samen kan gaan natuurlijk. ;-)
Prachtig artikel, Jobbe. Het gaat je om de reis, niet om de bestemming. De verwondering over de materiële cultuur die we met z'n allen scheppen, of onverhoeds nalaten, en het documenteren van die verwondering: dat is het hart van archeologie. Sommigen studeren vijf jaar om te mogen opgraven, binnen het systeem. Anderen verhouden zich op eigen wijze tot al of niet verborgen kwaliteiten van hun leefomgeving. De onderliggende dynamiek die door het Pull Tab project zichtbaar wordt, is de vraag wat erfgoed is, wie dat bepaalt en wat de betekenis daarvoor voor de toekomst is. Toekomst niet als een verlengde van een al te simpele lijn (verleden - heden - toekomst) maar als een ontwerpopgave: als archeologie 'erfgoedmaken' is, wat is dan het ontwerp voor de toekomst die je met allerlei behoudsstrategieën vormgeeft? Wie mag daarover meepraten, zich gehoord weten en daaraan meewerken? En in wat voor waardenhiërachie plaatsen we ons, willen we onszelf zien? Dank Jobbe dit onderwerp aan de hand van je geweldige treklipjesproject op tafel te hebben gelegd.
Aan deze uitwisseling van gedachten kan een heel dagdeel besteed worden... een paar opmerkingen uit rectionair-kritische maar goedbedoelende hoek volstaan voorlopig wat mij betreft.
Anton: als zoon van een chirurg en als beoefenaar van eens-in-de-twee-weken-vrijwillig-een-uurtje-straatvuilrapen-in-de-wijk denk ik dat beide vergelijkingen nogal mank gaan, cq. dat de archeoloog zich er niet mee kan meten. De maatschappelijke belangen zijn nogal anders - het gaat vaak om leven of dood, en altijd om de volksgezondheid - en de omvang en kosten van zowel de chirurgie als de vuilnisverwerking zijn onvergelijkbaar veel groter dan van de archeologie. Verschil met de vuilnisman is ook wel dat die afval opruimt om efficiënt te vernietigen, de archeoloog om een neerslag van wat hij/zij in de bodem vindt, te bewaren, te analyseren en om te zetten in kennis. Van mijn vrijwillige papierprikcollega's, van wie leeftijd, opleidingniveau en huidskleur trouwens naadloos overeenkomen met die van vrijwilligers in de archeologie, ben ik de enige die weleens een gedachte wijdt aan de interpretatie van het gevondene, zoals de Zwerfinator dat doet.
Die archeologische kennis, dat is wel een dingetje tegenwoordig. Menigeen, zo ook Jobbe Wijnen als ik hem goed begrijp, denkt dat die niet het Verleden maar het Heden betreft, en gebruikt zou moeten worden ten bate van een betere Toekomst. Ook is die kennis-op-zich niet méér , of mogelijk wel een stuk minder waard, dan de sociale binding en het welbevinden die uit archeologische handelingen voortkomen. De aanname van deze opvatting is natuurlijk voorwaarde om de niet-professionals naast hun geleerde broeders en zusters op het podium te zetten. Want wie zijn die laatsten, dat ze mogen bepalen wat waardevolle kennis is, en wat niet? Hebben ze hun beste tijd niet gehad, net als het fossiele systeem dat ze hebben opgezet en waarnaar iedereen zich maar te voegen heeft?
Ik heb al vaker betoogd, en doe het hier weer van harte, dat die instelling de professionele archeoloog (die zeker niet onfeilbaar is...) te kort doet, en de belangstelling van de eh... leek, zal ik maar zeggen, voor die nieuwe perspectieven schromelijk overschat. De eerste doet nogal zijn/haar best om, hoe knullig soms ook, de resultaten van het onderzoek aan de hele wereld te openbaren; de laatste is, voor zover überhaupt geïnteresseerd, best tevreden met het aanbod. Wat wil die namelijk weten? Hoe oud is het, waar is het voor geweest, waar en hoe heb je het gevonden, wat is het waard. Nou, die vragen kan de archeoloog prima en graag beantwoorden (behalve de laatste, dat mag hij niet...).
Het idee dat er tot nu toe gedepriveerde volksstammen staan te trappelen om zelf mee te mogen beslissen over en doen met het archeologisch bedrijf, leeft naar mijn overtuiging uitsluitend in de hoofden van een deel van het beroepsveld, dat geen geloof meer heeft in waar het ze ooit om begonnen is. De actief participerende burger met een eigen agenda is hun uitvinding, en ze moeten er echt heel hard naar zoeken. De onbekende burger zou denk ik gek staan te kijken als je hem zou vertellen dat archeologie over de toekomst gaat, of dat je een studie kunt maken over treklipjes (ik zie Henk en Ingrid - toch óók burgers - al kijken...). dat het een leuke bezigheid kan zijn, dat zual menigeen nog wel willen aannemen, al wijst de praktijk uit dat velen zijn geroepen maar weinigen blijven hangen.
Nou die treklipjes. Ik behoor zeker niet tot degenen die het project als `bedreiging' zien van het vak (dan heb je wel héél weinig zelfvertrouwen!), noch denk ik dat je het treklipjeserfgoed schaadt door dit materiaal fanatiek aan het bodemarchief te onttrekken - dan neem je jezelf wel héél serieus als contemporain erfgoedprofessional. Ik citeer om mijn standpunt te verduidelijken graag even uit eigen werk ( Van Ginkel 2022, jammer dat dat de lieteratuurlijst niet heeft gehaald...):
`Was dit [het trachten te dateren van bij een hunebed gevonden frisdrankblikjes, EvG] nog wel archeologie? De blikjes zullen mogelijk niet in aanmerking komen voor selectie, conservering, restauratie en presentatie. Maar als je de hele operatie bekijkt als vingeroefening voor archeologisch denken in termen van typologie, stratigrafie en datering, lijkt me het antwoord duidelijk. '
Dat gesteld hebbende, denk ik dat ook de treklipjes (`PTA') een vingeroefening zijn en blijven. Het staat iedereen vrij om zelf een collectie aan te leggen, gegevens uit te wisselen en het gevondene te analyseren, maar als ik nou ook eens in de toekomst mag kijken, voorspel ik geen overweldigende belangstelling (die is ook nu wereldwijd tamelijk beperkt). Men kan zeggen: ja, en al die vuursteentjes dan, en die scherfjes die tot drie decimalen achter de komma worden uitgeplozen - hoeveel mensen zijn dáárin geïnteresseerd, en wat levert dat nou op? Een goed punt, waarop het basisantwoord moet zijn dat ze vaak het enige tastbare overblijfsel vormen uit een onbekende tijd - verleden tijd - die velen, lang niet allen, de moeite waard vinden om te leren kennen (al gaat dat helaas nooi écht lukken...) Wie dat, zoals ik, als kern van de archeologische boodschap blijft zien, heeft een prettig houvast. Ik geef toe, het is een geloof, maar dat is de blijde toekomstverwachting van Wijnen óók (`I think that the future of archaeology is not served by only furthering its traditional retrospective and culture-historical approach (...)') waarbij hij wel, en dat besef ik terdege, aantekent dat het óók over kennis van het verleden moet blijven gaan. Dus zo ver staan we niet uiteen.
Tenslotte: het door Wijnen aangehaalde citaat van (de erfgoedprofessional?) David Gauntlett (2018)
` (...) the central idea at the heart of [DIY] [do it yourself, EvG) culture is a rejection of the idea that you
overcome problems by paying somebody else to provide a solution. We’ve
got used to experts, professionals and businesses telling us that the way
to do things – whether building a shed, learning about a subject or getting
entertainment – is to pay other people who know what they are doing, to
do the task for us, because we couldn’t really manage it ourselves. DIY
culture says that’s rubbish: you can do it yourself, and you can do it with
more creativity, character and relevance than if you got a ‘generic’ expert
solution. And more important, it feels good to do it yourself.'
lijkt satirisch, maar is denk ik serieus bedoeld. En dan kijk ik toch weer even naar de chirurg van Anton... blij dat die er is in noodgevallen. Net als de vuilnisman.
(Sorry voor de ongetwijfeld vele tikfouten, een gevolg van do it yourself met niet heel goede ogen en nooit hebbende kunnen tikken met meer dan 2 vingers!)
Evert, voor er (weer) een spitsvondige maar nijdige woordenstrijd over een en ander zoude ontstaan, mag de vraag die we hier gezamenlijk zouden kunnen stellen, met een knipoog naar de grote G.K. van 't Reve, misschien zijn: hoe helpen we elkaar vooruit, niet achteruit? En met respect voor elkaars authenticiteit en waarachtigheid? Is het een zero-sum game, of zijn meerdere perspectieven naast elkaar denkbaar? Kenners, deskundigen, experts, geleerden, adetti ai lavori, broodschrijvers, welbegrepen eigenbelangers... naast en niet tegenover laat staan boven liefhebbers, betrokkenen, belanghebbenden, grasduiners, belangstellenden, DIY'ers... Uit eigen waarneming het bestaan van die laatste categorieën ontkennen of bagatelliseren, appellerend aan wat algemeen bekend is, lijkt me niet heel inclusief of gastvrij. Omdat, hoe retorisch fijn ook, het nogal gemakzuchtig is te verwijzen naar waar dat in andere situaties wel toe heeft geleid, laat ik dat hier achterwege.
Ja, laat ons niet in herhalingen vervallen -al kan ik niet nalaten nog een G.K. aan te halen:
Ik moet de wijken van het volk in
en mijn oor te luisteren leggen:
zo hoor je nog eens wat.
Wat wil het volk?
Niet veel goeds, dat is zeker.
of:
Als de kardinaal een scheet heeft gelaten, zeggen ze:
"Sjonge jonge, wat ruikt het hier lekker,
net of iemand lever met uien staat te bakken."
Dat soort katholieken, daar ben ik niet dol op.
Ik wil maar zeggen, ik wil niks bagatelliseren of ontkennen, wel relativeren.
Die meerdere perspectieven. Ja, die zijn er, maar we moeten een onderscheid maken tussen het brede, gangbare perspectief van wat archeologie is en wat het oplevert, waarbinnen verschillende machts- en belangengroepen bestaan, die kennen we allemaal. Dat botst, soms wat zachter, soms wat harder. De grenzen zijn minder rigide dan weleens wordt verondersteld, en er wordt voorturend aan gesleuteld. Daar zit denk ik de meeste pijn: de 25 jaar geleden ingezette bureaucratisering en juridisering van wat uiteindelijk het ambachtelijk-uitvoerend deel van een geesteswetenschap is. Voor maatwerk, wat niet zo moelijk zou moeten zijn, is vaak weinig tijd/geld/belangstelling, maar er zijn meer mogelijkheden dan men van beide zijden veronderstelt. Hoe dan ook: het perspectief van al deze groepen op archeologie is hetzelfde. Daarom willen de niet-professionals zo graag hun deel, en ze vragen niet heel veel. Kortom, het gaat daar niet om andere perspectieven maar om andere belangen.
Daarnaast heb je een onbekend aantal deelperspectieven van mensen die heel anders tegen het verleden, materiële resten etc. aankijken. Dat varieert van het volledig ontkennen van een deel van de Vroege Middeleeuwen (kleine groep), het ontkennen van sowieso alles wat ouder is dan zes- of twaalfduizend jaar geleden (hele grote groep), het oprechte geloof in bezieling van plekken en objecten (ook best wel veel), tot magneetvissen (idem, maar meer verzamelaars dan archeologen) of het archeologisch analyseren van vuilniszakken (meer archeologen, maar zeer kleine groep). Een hoop gevestigde archeologen, maar ook traditioneel-archeologisch geïnteresseerde leken, zullen daar met enig dédain tegenaan kijken. Aan de andere kant zullen ze hen ook niet tegenwerken of belemmeren, want wat zou je willen tegenhouden? Hun perspectief valt buiten ieder gesteld kader, en zolang je geen `gevestigd erfgoed' beschadigt is er niks aan de hand. Deze groepen van hun kant hoeven zich om dezelfde redenen niet belemmerd te voelen in hun doen en laten, ze kunnen gewoon doen waar ze zin in hebben en vinden wat ze vinden. Ze hoeven echter ook niet te verwachten dat ze van, laten we zeggen wetenschappelijke zijde, helemaal serieus worden genomen. Dat is misschien niet `inclusief of gastvrij', maar waarom zou je iemand mee moeten laten eten van voedsel dat hij toch al niet lekker vindt? Ieder zijn ding, en dat geldt voor beide kanten.
Ja, er zijn dus meerdere perspectieven naast elkaar denkbaar. In hoeverre je daar respect voor moet hebben (net als `ìnclusiviteit' een begrip waar je nooit op tegen kunt zijn, al is het maar om niet voor rabiaat-rechts te worden uitgemaakt, maar bij enig doordenken toch niet absoluut is), is de vraag. Er zijn een hoop mensen op aarde met authentieke en waarachtige overtuigingen, waar ze een ander een hoop narigheid mee berokkenen. Nota bene; In het geval van `andere perspectieven op archeologie' gaat het om volkomen onschuldige overtuigingen (even afgezien van de man die collega's fysiek bedreigde omdat ze het waagden de grafrust van onze ijzertijdvoorouders te verstoren. Waar gebeurd.) `Niet helemaal serieus nemen' is niet hetzelfde als verketteren of bestrijden.
Wat die inclusiviteit betreft tenslotte dit. Ik denk dat die in brede zin meer gewaarborgd is door een openbaar systeem zoals we dat kennen, met algemeen aanvaarde , op lange traditie gebaseerde opvattingen en regels, waar in principe iedereen deel aan kan hebben, dan door een verzameling particuliere overtuigingen, hoe authentiek ook. In principe, want ik weet dondersgoed dat het zo in de praktijk niet werkt - welstandsklasse, opleiding. culturele bagage, leeftijd, noem maar op zijn zeer beperkende factoren, waarbij lang niet altijd duidelijk is, wie de beperking nu aan wie oplegt. Maar in principe sluit het systeem niemand uit, toegang tot iets laaggewaardeerds als archeologie is zo goed als gratis. Wil je alsnog niet meedoen? is het te moeilijk, te academisch, te wit, of juist te links, te langharig? Dan doe je het niet. Keuze genoeg in deze wereld, soms zelfs wat veel. De meeste mensen maken daar graag gebruik van, want zo groot is de werkelijk betrokken groep niet. Dat je die zou kunnen uitbreiden door andere perspectieven te omarmen, hoe ver van je bed ook, dat denk ik niet. Dat is geen groep, dat is een samenraapsel, net als het huidige kabinet. Maar nogmaals: iedereen mag doen waar hij/zij zin in heeft, zij het binnen de kaders van de wet, zoals vrijwel alles in dit leven. Zelfs het verdrag van Faro is daar stellig in. Ter geruststelling; die wet is over 50 jaar anders, we weten alleen niet, hoe.
Eigenlijk is het net als met voetbal. Er zijn nogal vaste regels, die veranderen door de tijd. Denk aan de VAR en aan het vrouwenvoetbal (ook dingen die niet zonder slag of stoot worden geaccepteerd,om verschillende redenen). En ook hier is`inclusiviteit' een relatief begrip. Niet iedereen kan of meedoen, om het voorzichtig uit te drukken. Maar niemand houdt je tegen als je op een veldje met z'n zessen een balletje trapt en helemaal niet aan hands of buitenspel doet. Je speelt alleen niet mee in de champions league - en waarschijnlijk wil je dat ook niet.
Ik weet niet of het bovenstaande `elkaar vooruit helpen' is; ik denk niet dat ik, door niet alles aan nieuws enthousiast toe te juichen, iemand `achteruit help'. Ik denk wel dat een aantal regels die belemmerend werken voor mensen die hetzelfde willen, kunnen en moeten worden aangepast en daar heb ik altijd voor gepleit. Daarvoor moet je trouwens niet in de eerste plaats bij de archeologen, maar in Den Haag zijn, hoewel ik vrees dat je daar nu best veel mensen vindt die heel erg in de regels,maar vooral in de financiering, zouden willen snijden.
Goed dat je niet wijst op `waar het ontbreken van inclusiviteit of gastvrijheid' toe heeft geleid, want dan weet ik ook nog wel voorbeelden van de gevolgen van het verwerpen van rationele kennis.
Ik hoop dat ik niet alleen lang van stof, maar ook een beetje spitsvondig, allerminst nijdig, betrekkelijk opbouwend en redelijk duidelijk ben geweest!
(hee, `uit eigen waarneming' iets vinden - heet dat tegenwoordig niet standpoint epistemology?)
Ik las de bijdrage van Jobbe en de reacties, liet het een paar dagen bezinken, en voelde de behoefte om iets toe te voegen aan dit belangrijke maar moeilijke thema.
Voor wie het niet weet: ik ben in 2001 geswitcht van archeologie naar sociaal domein, en ben in 2020 weer terug geswitcht. Mensen die mij kennen weten dat ik er graag over praat, niet vanwege mijzelf, maar omdat er zoveel te leren valt van een compleet ander gebied. Er liggen veel parallelen.
In de wereld van zorg en welzijn is 'participatie' al lang een thema. Ook daar hebben de wetenschappers, de veldwerkers, moeten leren dat zij weliswaar veel verstand van zaken hebben, maar clienten, de ouders, kinderen, en familie van de client ook, maar vanuit een ander perspectief. En dat de optelsom van inzichten en inzet het meeste kans geeft op een goed en blijvend resultaat.
Professionals en niet-professionals hebben verschillende rollen. De chirurg hanteert de scalpel, niet de ouders van een kind dat geopereerd moet worden. Maar, een goede chirurg bespreekt met de ouders en het kind wat hun inzicht is, wat zij belangrijk vinden, wat hun rol gaat zijn als het kind moet herstellen. Er zijn oneindig veel variaties hierin mogelijk. Maar de essentie zit in wederzijds respect, constructieve en eerlijke dialoog, optellen van inzet en beoogd resultaat, in gesprek blijven om op te volgen of het resultaat inderdaad bereikt wordt.
Er valt in de archeologie nog veel te winnen op dat vlak: dialoog, en optellen van belangen. Er zijn gelukkig wel al mooie voorbeelden.
Voor mij is het onderzoek naar de treklipjes een geslaagde manier om mensen te introduceren in een aantal technieken van de archeologie. Compliment aan Jobbe om dit te doen, ondanks de te verwachten tegenwind en cynische reacties. Archeologie is wel veel meer dan die technieken. Ik hoop dat het treklipjes project een vervolg krijgt dat de geïnteresseerden verder op weg helpt naar wat archeologie nog meer kan zijn.
Nog wel een opmerking: het is voor archeologisch erfgoed zelf niet wenselijk als mensen gaan 'aanmodderen'. Er is al zoveel verdwenen. Het is voor mensen die iets willen met archeologie niet wenselijk als dat bestaat uit 'aanmodderen'. Het is fijner als iemand met verstand van zaken laat zien hoe je bezig kunt zijn met archeologie op manier die helpend is voor erfgoed. Het is ook niet wenselijk dat professionals stellen dat het goed is als geïnteresseerden moeten kunnen 'aanmodderen'. De term zelf is kleinerend.
Altijd bereid tot verder gesprek!
Groet aan iedereen, Martijn van Poecke, Erfgoed Zeeland
Weloverwogen (slot?)beschouwing waar ik me heel wel in kan vinden (alleen geloof ik niet dat professionals het over `aanmodderen' van geïnteresseerden hebben, althans niet inn het openbaar - de borreltafel is wat anders, daar zullen nog wel heel andere woorden vallen, maar dat altijd en overal voor iedereen...)
Dit platform is openbaar, geen borreltafel ;)
Groet Martijn
@antonc Wat een slechte timing van mij om op vakantie de gaan, want wat een rijkdom aan reactie.
Zeer aardige vergelijking Anton! Ik vind die 'chirurgie verglijking' ook altijd zeer omhoog gevallen praat. Je kan exacte wetenschap al niet vergelijken met een sociale (of geestes) wetenschap als archeologie, en een chirurg redt levens, een archeoloog deelt inspiratie. Inspiratie doet leven, maar vergelijken kan je ze toch niet.
Aangepast op 2 augustus 2024
Dag @ejvg1955 dank voor je eerste uitgebreide reactie. Als ik op één aspect er van reageer doe ik het overige waarschijnlijk te kort (maar ik heb in totaal slechts 4 dagen vakantie dit jaar, dus vind het een pittige keuze waar ik mijn tijd nu het zinnigst aan besteed vandaag).
Wat ik belangrijk vind toe te voegen is n.a.v. jouw reactie is dat de archeologie die ik bepleit geen vervanging is van de bestaande - die is ook zinnig en verdient blijvend haar plek - maar wel met de toevoeging dat de archeologie waar ik over praat - en hierboven steun voel van @riemerknoop en @antonc - een ontologisch ander uitgangspunt heeft. Het gaat, zoals de heren ook zeggen, dus over een totaal andere archeologie, die je niet één op één kan vergelijken met de Malta archeologie.
Conventioneel is archeologie de studie van het verleden, met andere woorden dat verleden moet ontologisch gezien in het heden nog bestaan, anders kun je niet eens naar kijken. Dit vanuit de epistemologische opvatting dat hoe meer je studeert, hoe beter je dat verleden begrijpt en daaraan verbonden is het idee van (eeuwigedurende) wetenschappelijke progressie.
Bovenstaande is een ander ontologisch uitgangspunt dan dat archeologie zelf een cultureel fenomeen is, dus gebonden aan culturele afspraken en gewoonten, en als proces alleen in het heden haar zinnigheid en effect heeft. Vanuit die benadering KAN archeologie ALTIJD alleen maar over de toekomst gaan (en vooruit het heden, maar dat bestaan filosofisch alleen als een punt, dus tja), omdat dat verleden ontologisch gezien in het heden niet bestaat.
De twee ontologische uitgangspunten kan je nooit vergelijken, want ze raken elkaar niet. Zelfs niet als er methodisch grote overeenkomsten zijn. Je kan vanuit beide perspectieven precies hetzelfde onderzoek doen, maar de strekking is anders. Vandaar mijn nadruk op sociaal kapitaal op 1 en kenniswinst als 2.
Kortom, zoals hierboven ook gezegd, maar door mij nu nog wat scherper: dit is een cultuurstrijd over wie mag bepalen wat archeologie is. Daarbij is er de neiging altijd is om het (in de geest) bestaande opnieuw te onderstrepen als 'hoe het heurt'. Maar - en dat is dus al een ontologisch verschil- in de bestaande archeologie zoals die heurt, zit een stolling, een terugkijken dat de ruimte dichttimmerd voor een veranderende levende archeologie waarvan je bijna met zekerheid kan voorspellen dat die over 100 jaar totaal niet meer lijkt op de archeologie van nu - alleen al niet omdat over 100 jaar vrijwel niets meer lijkt op hoe het nu is.
___100 jaar geleden werd mijn oma nog opgevoed met het idee dat zij een broedmachine was die zich vooral niet mocht inspannen omdat God het zo wilde en mijn opa aan de andere kant moest op zijn blote knietjes blij zijn dat hij van de Baron mocht wonen op Zevenbergen....moet je nagaan als je dit doorvertaalt naar de archeologie over 100 jaar....en er is geen pijl op te trekken of mijn kleindochter straks gewoon weer wordt opgevoed een broedmachine te zijn..want zo gruwelijk is de afwisseling van wording en ordening. ___
Anyway, de kern: het gaat mij om die ruimte in die bestaansgrond van archeologie. Als wij 'bepalen' dat 'dit het is', dan leven we per definitie in het verleden. Faro laat in de verkenningen van RCE tot nu toe steeds zien dat de eerste stap in brede participatie juist is dat we toegeven NIET te weten wat die archeologie (en erfgoed) is/zijn.
Aangepast op 2 augustus 2024
Dag @martijnvanpoecke
Dank voor je reactie. Kijk, 'aanmodderen'..daar zit iets, het is bijna of je me een ad hominem voor de archeologie zelf verwijt als je zegt dat dit worod het geen recht doet. Dat is zeer interessant voor mij, want wat zegt mij dat het hier over kernwaarden gaat. "Hier mag Jobbe niet aankomen". Maar de Faro crux voor mij is nu juist: die kernwaarden hoeven niet gedeeld te worden, om toch waardevolle archeologie te maken.
Vergelijking: Wel eens electronica projecten gedaan met weerstandjes, ICs en diodes?
Een zeer boeiende leerweg waar oneindig in te studeren valt, maar .... zonder aanmodderen leer je daar niks, weet ik uit ervaring. In elk project komt wetmatig het moment dat een fout maat, en poef vliegt je 555 Timer IC in de fik, zo niet erger. Dat soort fuck-ups zijn essentieel voor het leerproces. Wie ze nooit maakt, kent het vak niet, of alleen als theoretisch gegeven. De archeologie is niet anders.
Dus ja, burgers moeten zeker aan kunnen modderen. Dat is een fundamenteel recht in archeologie-ervaring. De huidige archeologie stelt zich op als de puppetmaster die bepaalt welke ervaringen de burger wel en niet mag hebben. Maakte Holwerda geen fouten, Van Giffen? Mochten zij wel aanmodderen omdat ze een pij van een universiteit droegen? Er wordt wel eens gezegd dat de grootste ontdekkingen in de natuurkunde juist al aanmodderend zijn gedaan... iets wat ik zondermeer ook herken in mijn eigen archeologie-carriere.
Voor het overige, zie hierboven in reactie op Evert. Ik erken zeker de waarde van het uitgangspunt 'ontologie 1', dat levert de academische archeologie veel op. Maar vanuit 'ontologie 2' stel ik vast dat 'kwetsbaarheid' en 'behoud' sociale constructen zijn die door de volgers van de archeologiekerk op een voetstuk worden gehesen, maar geen complete weergave van de werkelijkheid zijn. Je maakt mij niet wijs dat over 1000 jaar er nog iemand zich druk zal maken over 'alles wat niet behouden werd door die Nederlandse archeologen van 2024'...ik denk eerder dat er een mondiale feestdag is die viert dat de mensheid in 2051 eindelijk de idee losliet dat behoud - van wat dan ook - onmogelijk was en toen bleek dat de werkelijkheid noch controleerbaar, noch volledig kenbaar was en dat de mens, als afgescheiden autonome entiteit met een begrensde identiteit helemaal niet bestond, en daarmee dus ook het kenbare 'in hokjes te vatten' verleden niet.
Archeologie is voor mij uiteindelijk het project van de mens in identiteitscrisis, om zich heen grijpend naar potscherven om zichzelf in het heden houvast te geven met het idee dat een toekomst mogelijk is. Archeologie is daarvoor als middel imperfect en dus zelf inherent een vorm van aanmodderen. In dit geval ook letterlijk. En laat dat nou precies zijn waarom de archeologie zo belangrijk is!
Maar toch, wat zullen ze over 1000 jaar meewarig om ons grinniken, als ze nog de kans hebben. 😉
Ja, ik ga toch meteen terug naar het Verleden... naar mei 1975 om precies te zijn, toen ik mondeling tentamen Klassieke Filosofie moest afleggen bij wijlen prof. De Rijk... na het zoveelste foute antwoord gaf hij me een 3 en stuurde me heen, met de mededeling dat hij me minstens anderhalf jaar niet wilde zien. Nu zou je een klacht aan je broek krijgen als prof (nog afgezie4n van het feit dat hij het later aanlei met een studente, maar de mortuis nil nisi bene...) maar ik was deels opgelucht, deels overtuigd van het gelijk van de man, ik snapte het niet en had ook niet mijn best gedaan om het te snappen. Toch moest ik het ooit halen, om mij kandidaatsexamen te mogen afleggen, wat wer voorwaarde was voor mijn postkabndidaatsstudie Culturele prehistorie! Niet anderhalf maar drie jaar later lukte het mij, ouder & wijzer geworen, alsnog en daar zijn we dan. Waarmee ik maar wil zeggen datb er geen filosoof aan me verloren is gegaan.
Een lang verhaal om vrolijk duidelijk te maken dat deze discussie, als dat het is, tot weinig kan leiden omdat ik niet langs jouw lijnen denk/ kan denken, Jobbe. Inderdaad: `De twee ontologische uitgangspunten kan je nooit vergelijken, want ze raken elkaar niet. ' Waarom we ons dan toch zo druk maken? Wat mij betreft, en ik verval helaas in herhalingen, vanwege de impliciet of expliciet gedane suggestie dat het `heersende narratief', of het `eerste ontologische perspectief', in ieder geval de archeologie van troffels en borsteltjes - nogal oude koek is, met een krampachtig volhoudend aantal belegen supporters die hun gepriviligeerde academische stoel warm willen houden en het volk als `hogepriesters' (jouw term van een tijd geleden...) van de `archeologiekerk' voorhouden `hoe het heurt' (jouw termen van zoëven). Hoewel er, zoals in alles, een kern van waarheid zit, is het toch niet meer dan een kern. De bredere waarheid is, dat de buitenwereld al heel lang volkomen en overtuigd accepteert `hoe het heurt', net als niet-parkeren op de stoep, of - mijn eerder aangehaalde voorbeeld - het spelen van een voetbalwedstrijd met 2 x 11 mensen in 2 x 45 minuten. Zijn die honderden miljoenen die voetbal spelen of ernaar kijken, geïndoctrineerd door de FIFA? Zijn de honderdduizenden Nederlanders die met interesse een berichtje over de vondst van een oude munt of meer lezen, slachtoffer van een academische kaste die niet moe wordt oude verhalen eindeloos op te warmen? Ik meen dat dat wel meevalt, en ben zeer geïnteresseerd in bewijzen voor het tegendeel (los van de mensen die uit welbegrepen eigenbelang een graantje uit de bodem willen meepikken voor op de schoorsteenmantel of op Marktplaats).
Zeker zal in de toekomst alles anders zijn. Zoals ik 25 jaar geleden al schreef: `Ook prehistorische archeologie is een dynamische wetenschap waarbinnen volop discussie wordt gevoerd' (van Ginkel e.a. 1999). Voor `stolling' was ik niet bevreesd, immers `Dat [herinterpreteren van oude gegevens] leidt regelmatig tot nieuwe en soms verrassende inzichten, zodat er ook zonder opgravingen denkwerk genoeg overblijft voor hedendaagse en toekomstige archeologen' (ibid; mijn cursivering). Tevens onderkende ik dat er `altijd mensen zijn geweest voor wie de hunebedden [daar ging het om] een mysterieus verschijnsel blijven, waarvan ze de raadselen trachten op te lossen met zeer persoonlijke theorieën, los van de wetenschappelijke benadering' (ibid). Daar velden mijn co-auteurs en ik overigens geen waardeoordeel over.
Zelfingenomen een kwart eeuw terugblikkend, mag ik constateren dat dit nog allemaal staat als een hunebed. Niet voor eeuwig, want, zoals je zelf al schrijft, over 100 jaar lijkt vrijwel niets meer op hoe het nu is. Maar dat is niet hetzelfde als: dan is alles volkomen anders. Wat jij eraan koppelt: `(...) in de bestaande archeologie zoals die heurt, zit een stolling, een terugkijken dat de ruimte dichttimmerd voor een veranderende levende archeologie waarvan je bijna met zekerheid kan voorspellen dat die over 100 jaar totaal niet meer lijkt op de archeologie van nu' - dat bestrijd ik dus, resp. ben van het laatste niet zo zeker. De archeologie van nu is in alle opzichten sterk veranderd t.o.v die van 100 jaar geleden; toch zou de oude Van Giffen - om bij de hunebedden te blijven - zich zonder enig probleem op een opgraving laten rondleiden door zijn verre opvolger Daan Raemaekers en volkomen begrijpen, wat die zei. Hun uitgangspunten zijn namelijk dezelfde. Toch is er in die 100 jaar werkelijk geen sprake geweest van `stolling', en het is een beetje gek om te stellen dat die er nu onvermijdelijk wél is. Welnee! Alleen al omdat zich er - ik schat - 50 tot 100 x meer mensen dan in 1924 zich op alle mogelijke manieren bezighouden met `traditionele' archeologie. Dat alleen al zorgt voor de nodige en noodzakelijke dynamiek. En, mag ik wel zeggen, `democratisering'.
Nee, ik heb dus geen zorgen voor de toekomst van de archeologie (in grote lijnen dan). Hoe het met het Faro-gedachtengoed zal gaan, bijna 20 jaar na de ondertekening van het verdrag, bijna 15 jaar nadat ik er voor het eerst van hoorde, en ik denk bijna 5 jaar sinds het onderwerp van gesprek is in de archeologische erfgoedwereld - dat wacht ik gespannen af; misschien ga ik nog 20 jaar mee en maak ik het nog mee (maar over de onvoorspelbaarheid van de toekomst hebben we het al gehad...). In ieder geval wist de helft van de archeologiestudenten aan wie ik kortgeleden vroeg, wie het woord Faro iets zei, niet wat ik bedoelde. Misschien hebben ze niet goed opgelet, zoals ik tijdens mijn colleges van prof. De Rijk. Ik ben benieuwd, wat ze van deze discussie (op een platform waarop twee handenvol usual suspects actief zijn...) zouden vinden. Daar is nog werk aan de winkel!
Nu het weekend in, allemaal veel plezier gewenst met wat dan ook, en ik laat het hier voorlopg even bij
Dag Jobbe,
Ik volg niet goed wat je zegt maar het is zeker niet mijn bedoeling om je iets te verwijten of het persoonlijk te maken.
Mijn gedachte is dat verschillende bedoelingen, invalshoeken, belangen, elkaar prima kunnen helpen. 1+1=3 in dat geval. De Harvard methode van onderhandelen. Vanuit die gedachte vind ik woorden als 'aanmodderen' lastig. Voor mij heeft het een negatieve lading. Ik begrijp nu dat het woord voor jou niet negatief is, eerder positief.
groet
Martijn