Routekaart Faro: onderweg naar ondertekening
Waar staan we in het proces naar ondertekening en ratificatie? En waar komen we vandaan. Welke stappen zijn al genomen en moeten nog genomen worden. Dat laten we hier zien en maken we inzichtelijk.
Vragen over de routekaart?
Het begin; de wens om het Verdrag van Faro te ondertekenen
In 2018 spreekt toenmalig minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, in haar beleidsbrieven Cultuur in een Open Samenleving (OCW, 2018) en Erfgoed Telt (OCW, 2018) de intentie uit om het Verdrag van Faro te tekenen. Zij geeft aan eerst onderzoek te laten doen naar de betekenis van het Faro-denken voor de Nederlandse samenleving en erfgoedpraktijk, en naar de beleidsmatige mogelijkheden om uitvoering te geven aan het verdrag. De weg naar Faro is ingeslagen, de reis is begonnen.
Verkennend onderzoek: interviews en proeftuinen
Het verkennend onderzoek is in 2019-2021 uitgevoerd door de Directie Erfgoed en Kunsten van OCW (OCW/E&K), onderzoeksbureau DSP-groep (DSP) en het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE/Faro). Zij praten met honderden mensen en benaderen tientallen Faro-praktijken. Bij de ErfgoedAcademie worden speciale labs ingericht. Ook wordt bij het Fonds voor Cultuurparticipatie een tijdelijke subsidieregeling ingesteld om Faro-proeftuinen mogelijk te maken binnen projecten en in organisaties. De onderzoeken en proeftuinen laten zien dat de uitgangspunten van Faro al zichtbaar zijn in de Nederlandse erfgoedpraktijk van burgerinitiatieven, groepen vrijwilligers, bedrijven, overheden en erfgoedinstellingen. Maar ook dat deze praktijk nog wel in opbouw is en stimulans en ondersteuning nodig heeft op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het Verdrag van Faro wordt alom gezien als een welkome katalysator.
De invulling voor Nederland
In de eindrapportage Cultureel erfgoed voor en met iedereen (DSP, 2021) verkent DSP-groep een drietal varianten voor ondertekening van het verdrag. De minimum-variant bestaat uit het ondertekenen van het verdrag en verder niets extra’s doen. Bij de midden-variant wordt met een focus op specifieke onderdelen gewerkt aan de implementatie. Bij de maximale-variant wordt ingezet op een implementatieplan waarin alle onderdelen van het verdrag ingevoerd worden. In het veld is een sterke voorkeur voor de midden-variant. Het Verdrag van Faro is abstract en breed, en de keuze voor aandachtsgebieden maakt het verdrag duidelijker en beter te interpreteren.
Kamerbrief 2021
In februari 2021 stuurde de minister van OCW de eindrapportage van DSP en tussentijdse bevindingen van de RCE naar de Tweede Kamer met een begeleidende brief. In deze Kamerbrief kondigt zij aan een uitvoeringsagenda op te laten stellen als basis voor ondertekening van het verdrag. Ze vindt het van belang dat de uitgangspunten van het Verdrag van Faro eerst meer bekendheid en uitwerking krijgen. Een wens die ook door het erfgoedveld zelf is geuit.[1] Daarmee is de route en het transportmiddel voor de volgende etappe van de reis naar Faro bepaald.
Uitvoeringsagenda en Intentieverklaring
Op verzoek van de staatssecretaris Gunay Uslu organiseert het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de totstandkoming van een uitvoeringsagenda. Er volgen nog meer (online) gesprekken, onderzoeken, labs, gesubsidieerde en andere projecten, projectanalyses, essays en blogs. En er volgt een gezamenlijk schrijfproces. RCE/Faro organiseert de inbreng, structureert en voert de pen voor de agenda. Maar de inhoud komt van vele tientallen betrokkenen uit het erfgoedveld. Onder hen overheden, organisaties uit de cultuur- en erfgoedsector, onderwijs- en welzijnsinstellingen, bedrijven, erfgoedgemeenschappen, e.a. In december 2022 wordt Onderweg naar Faro. Uitvoeringsagenda Faro deel I gepubliceerd. In de agenda staat wat de ambitie van het erfgoedveld is en hoe die invulling kan krijgen. Tegelijk met de uitvoeringsagenda betuigen ruim tachtig koepelorganisaties, erfgoedinstellingen, opleidingen en personen met een intentieverklaring Erfgoedveld onderweg naar Faro hun steun voor de ondertekening van het Verdrag van Faro door Nederland.
Drie richtinggevende kernwaarden
Deel I van de Uitvoeringsagenda Faro bestaat uit een missie en een visie op de betekenis van het Faro-gedachtegoed voor het Nederlandse erfgoedveld. Uit de vele gesprekken en praktijkvoorbeelden blijkt dat de Nederlandse Faro-praktijk zich al als vanzelf concentreert rond drie kernwaarden die aansluiten bij ontwikkelingen in het erfgoedveld en richting geven aan de toekomst:
- Participatie: Meedoen en meebeslissen meer gemeengoed in de erfgoedpraktijk maken.
- Brede definitie van erfgoed: Openstaan voor andere erfgoedopvattingen en meer ruimte bieden aan kennis van burgers.
- Erfgoed als hulpbron: Cultureel erfgoed verbinden aan sociaal-maatschappelijke doelen.
De kernwaarden zijn uitgewerkt in 5 basisregels, 16 strategische thema's en beleidskansen die tijdens de reis zijn aangedragen door het erfgoedveld.
Toelichting op de kernwaarden:
1. Meedoen en meebeslissen meer gemeengoed in de erfgoedpraktijk maken. Het Verdrag draait om mee kunnen doen, waarmee toegang tot erfgoed voor iedereen wordt bedoeld. Het gaat daarbij om deelhebben. Dat is meer dan alleen kunnen deelnemen. Dus samen die tentoonstelling, dat activiteitenplan of beheerplan van een erfgoedsite uitdenken en uitwerken. Maar ook omgekeerd, het meewerken van overheden en erfgoedinstellingen aan initiatieven in de samenleving. Delen van zeggenschap zorgt ervoor dat iedereen kan ervaren erbij te horen en medeverantwoordelijk te zijn.
2. Openstaan voor andere erfgoedopvattingen en meer ruimte bieden aan kennis van burgers. Het vertrekpunt van Faro is wat gemeenschappen zien als cultureel erfgoed en de betekenissen die zij eraan geven. Als verrijking van het bestaande, gedefinieerde erfgoed. Het verhaal, de betekenis en beleving zijn soms net zo belangrijk, of zelfs belangrijker, dan de fysieke erfenis. En die betekenis kan veranderen in de tijd. Deze houding vraagt om nieuwsgierigheid en lef. Om vervolgens weer te verbinden en te onderzoeken wat dat met bestaande opvattingen en systemen doet.
3. Cultureel erfgoed verbinden aan sociaal-maatschappelijke doelen. Erfgoed draagt bij aan ons welbevinden en onze welvaart. In Nederland kennen we die wederkerigheid al bij erfgoed en toerisme, ruimtelijke ontwikkeling en vestigingsklimaat. Het Verdrag van Faro daagt erfgoedinstellingen en overheden uit om vergelijkbare relaties te leggen met andere thema’s, zoals leefbaarheid, wijkverbetering, sociale cohesie, integratie, welzijn, gezondheid, arbeidsparticipatie, openbare orde en veiligheid.
Kamerbrief 2023: Nederland gaat ondertekenen
In een brief aan de Tweede Kamer kondigt staatssecretaris Gunay Uslu in april 2023 aan dat Nederland het Verdrag van Faro gaat ondertekenen. Parallel aan het proces van ondertekenen wil zij al stappen zetten met de implementatie van het verdrag. Ze stelt 6 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2023-2025 om aan de slag te gaan met de ambities in de Uitvoeringsagenda Faro.
Aan de slag met de Uitvoeringsagenda
In 2023 is meteen gestart met het opzetten van een proces en regeling om initiatieven mogelijk te maken die passen bij de Uitvoeringsagenda Faro. Het gaat om initiatieven die tot doel hebben om het erfgoedbeleid en het functioneren van de erfgoedzorg in Nederland meer Faro te maken. Er is 4,8 miljoen beschikbaar waarvoor het erfgoedveld zelf initiatieven kan indienen in 2023 (1,3 mln) , 2024 (1,5 mln) en 2025 (2 mln). Meer informatie over de regeling en het proces vind u hier. Met de resterende 1,2 miljoen wordt de komende jaren een financiële bijdrage gegeven aan het uitbreiden van de inzet van erfgoedcoaches door de provinciale erfgoedhuizen t.b.v. erfgoedgemeenschappen en aan het continueren van het Knooppunt Sprekende Geschiedenis.De komende jaren wordt gezocht naar een structurele inbedding van deze twee initiatieven.