Routekaart naar Faro, op weg naar ondertekening

  • mrt 2022
  • 2159
Info | Verdrag van Faro

Het begin van de reis naar Faro

In 2018 spreekt toenmalig minister van OCW, Ingrid van Engelshoven, in haar beleidsbrieven Cultuur in een Open Samenleving (OCW, 2018) en Erfgoed Telt (OCW, 2018) de intentie uit om het Verdrag van Faro te tekenen. Zij geeft aan eerst onderzoek te laten doen naar de betekenis van het Faro-denken voor de Nederlandse samenleving en erfgoedpraktijk, en naar de beleidsmatige mogelijkheden om uitvoering te geven aan het verdrag. De weg naar Faro is ingeslagen, de reis is begonnen.

Het verkennend onderzoek is in 2019-2021 uitgevoerd door de Directie Erfgoed en Kunsten van OCW (OCW/E&K), onderzoeksbureau DSP-groep (DSP) en het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE/Faro). Zij praten met honderden mensen en benaderen tientallen Faro-praktijken. Ook wordt bij het Fonds voor Cultuurparticipatie een tijdelijke subsidieregeling ingesteld om Faro-proeftuinen mogelijk te maken binnen projecten en in organisaties. De onderzoeken en proeftuinen laten zien dat de uitgangspunten van Faro al zichtbaar zijn in de Nederlandse erfgoedpraktijk van burgerinitiatieven, groepen vrijwilligers, bedrijven, overheden en erfgoedinstellingen. Maar ook dat deze praktijk nog wel in opbouw is en stimulans en ondersteuning nodig heeft op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het Verdrag van Faro wordt alom gezien als een welkome katalysator.

Eigen invulling voor Nederland

In de eindrapportage Cultureel erfgoed voor en met iedereen (DSP, 2021) verkent DSP-groep een drietal varianten voor ondertekening van het verdrag. De minimum-variant bestaat uit het ondertekenen van het verdrag en verder niets extra’s doen. Bij de midden-variant wordt met een focus op specifieke onderdelen gewerkt aan de implementatie. Bij de maximale-variant wordt ingezet op een implementatieplan waarin alle onderdelen van het verdrag ingevoerd worden. In het veld is een sterke voorkeur voor de midden-variant. Het Verdrag van Faro is abstract en breed, en de keuze voor aandachtsgebieden maakt het verdrag duidelijker en beter te interpreteren.

Uit de vele gesprekken en praktijkvoorbeelden blijkt dat de Nederlandse Faro-praktijk zich al als vanzelf concentreert rond vier deelgebieden:

  1. Participatie
  2. Erfgoed als hulpbron
  3. Brede definitie van erfgoed
  4. Digitalisering van erfgoed.

Omdat digitalisering van erfgoed al een speerpunt van beleid is, richt het verdere traject zich vooral op de uitwerking van de eerste drie aandachtspunten. Zie ook het document 😅Visie op betekenis Faro voor erfgoedsector in Nederland. Deze concept visie geeft een aangescherpt reisdoel.

Kamerbrief

In februari 2021 stuurde de minister van OCW de eindrapportage van DSP en tussentijdse bevindingen van de RCE naar de Tweede Kamer met een begeleidende brief. In deze Kamerbrief kondigt zij aan een uitvoeringsagenda op te laten stellen als basis voor ondertekening van het verdrag. Ze vindt het van belang dat de uitgangspunten van het Verdrag van Faro eerst meer bekendheid en uitwerking krijgen. Een wens die ook door het erfgoedveld zelf is geuit.[1] Daarmee is de route en het transportmiddel voor de volgende etappe van de reis naar Faro bepaald.


[1] Cultureel erfgoed voor en met iedereen. Overwegingen bij het ratificeren Verdrag van FARO (2021) DSP-groep