Verslag Lerend Netwerk Co-waarderen | Praktijkdag 14 januari 2025: Co-waarderen met jongeren

  • 9 dec
  • 289
Waarderen van erfgoed

Op 14 januari 2025 vond de Praktijkdag lerend netwerk co-waarderen plaats in het Stedelijk Museum Breda. De dag was een initiatief van het Nederlands-Vlaams lerend netwerk co-waarderen, georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, in samenwerking met het Stedelijk Museum Breda (SMB) en het Heritage Lab van de Reinwardt Academie.

Het lerend netwerk, bestaande uit erfgoedprofessionals in Nederland en Vlaanderen,
onderzoekt hoe de samenleving kan bijdragen bij het maken of beslissen over erfgoed.

Tijdens de Praktijkdag werden ervaringen en ideeën uitgewisseld over het werken met jongeren
in een co-waarderingstraject. We verdiepten ons in een pilotproject van het Stedelijk Museum
Breda en gingen aan de slag met een vraagstuk voor het museum.

Introductie
Na een korte introductie en kennismaking geleid door Leonie Wingen (RCE) vertelde Jolanda
Bouman (SMB) over het project We Ok! waarbij kunstenaar David Bade samenwerkt met Grote
Broer Grote Zus, een organisatie die in drie Bredase wijken kwetsbare jongeren verder helpt in
hun ontwikkeling en zoektocht in het leven. In dit project gaan zij aan de slag met de
museumcollectie aan de hand van verschillende thema’s: spelen, afzetten, geloven, geven en
genieten. De jongeren gaan in gesprek over deze thema’s, formuleren een onderzoeksvraag die
zij in hun wijk aan willen pakken en werken ze associatief uit in een gezamenlijk kunstwerk.
Hierbij kiezen ze samen objecten uit voor de tentoonstelling. Dit gaat in 3 fasen; een
werkperiode in de wijken met David Bade, het maken van een tentoonstelling, en ten slotte een
vervolg van participatie in de wijken en samenwerking met de organisaties.
Tijdens de praktijkdag was het pilotproject David Bade x Club Zien te bewonderen. Dit project
bestaat uit 3 werken aan de hand van 3 thema’s; genieten, geven en verzet, uitgewerkt door
109 vmbo-leerlingen in samenwerking met de kunstenaar David Bade.

In de schoenen van de jongeren
Na over het project te horen, mochten de deelnemers zelf aan de slag met hun persoonlijke
associaties. Waar denk jij aan bij het woord verzet? En bij genieten en geven? Aan wat voor moment denk jij, of misschien wel een object? Bij het thema genieten bestond een gesprek over samenzijn, de zon, natuur, maar ook een kop koffie. Opvallend was dat natuur ook bij de jongeren veel terug kwam.

Ondertussen ontstond bij het thema verzet ook een interessant dialoog over verschillende soorten verzet en geweld. Hierbij werd er ook gekeken naar de associaties van de jongeren. Zij hadden het bijvoorbeeld over oorlog, persoonlijke grenzen en klimaat.

Associaties
Thel van Dijk (SMB) en Christy Kelderman (stagiaire RCE) waren aanwezig bij de co-creatie van de kunstwerken en konden daarom vertellen over de associaties van de jongeren. Ze namen de groep erfgoedprofessionals mee rond de zaal waarin drie grote werken stonden. Door een koppeling te maken met deze thema’s zijn er 3 grote beeldende werken ontstaan. De werken tonen verhalen, emoties en perspectieven van de jongeren.

Voor de grote tentoonstelling wil het Stedelijk Museum Breda collectiestukken zoeken die passen bij de thema’s. De gemaakte kunstwerken door de jongeren leverde hele nieuwe associaties op bij de thema’s, waar de museummedewerkers zelf niet aan hadden gedacht. Door in de collectiedatabase te zoeken op deze associaties komen ook hele andere objecten naar voren dan uit de zoektocht van het museum zelf. Dit toont Christel Kordes (SMB) met een presentatie met voorbeelden. De deelnemers gingen ook online in de collectie opzoek naar objecten aan de hand van hun eigen associaties. Er werd gezocht naar emoties zoals woede (verzet), maar ook naar de kleur groen (genieten). De deelnemers presenteerden 3 favoriete objecten bij elk thema die bij hun zoektocht naar boven kwam. Dit leverde mooie en verassende resultaten op, zoals bij Genieten; ‘ Our Nature,’
(figuur 1) de ‘Groepsportret familie Klep’, (figuur 2) En bij verzet ‘Spanning, oorlog in
Afghanistan.’ (figuur 3)

Figuur 1 Our Nature, Julia Hkoniak (2008). Figuur 2, Groepsportret familie Klep (1905-1920). Figuur 3, Spanning, oorlog in Afghanistan (2009).

De associaties verschillen duidelijk per persoon en per thema, wat het proces heel waardevol maakt, en het museum helpt om vanuit andere perspectieven naar de collectie te kijken.

Vraagstuk
Hoe het museum tot een objectenselectie voor de grote tentoonstelling samen met de jongeren
gaat komen, weten ze nog niet precies. In ieder geval wil het museum de jongeren in het proces
zo min mogelijk sturen waardoor de jongeren zoveel mogelijk uit hun eigen perspectief een
objectselectie kunnen gaan maken die ze passend vinden bij de tentoonstelling als geheel. Een
idee is om de methode van het Socratisch gesprek te gebruiken. Of dit een passende methode
zou kunnen zijn voor jongeren om een link te kunnen leggen tussen hun eigen beleefwereld en
erfgoed, ging de groep onderzoeken in een workshop begeleid door Jacqueline van Leeuwen
(FARO). Aan de hand van een object uit de collectie onderzocht de groep wat een goede
socratische vraag zou zijn. Het object was een zwarte trouwjurk uit het einde van de 19e eeuw. (figuur 4)


Na het oefenen met het formuleren van socratische vragen kwam er een top drie uit:
- Is het noodzakelijk dat mannen en vrouwen zich anders kleden?
- Waarom ben je ontrouw?
- Wanneer is rijkdom goed besteed?

Figuur 4, Bruidsjapon.

Er werd besloten om met de laatste vraag het gesprek te voeren. Hierin werd er besproken wat
rijkdom is, of dat ook talent kan zijn, of iets wat je gelukkig maakt. En wat houdt geluk en talent
dan eigenlijk in? En wanneer is dat goed besteed?
Het gesprek werd enthousiast ontvangen, maar de deelnemers gaven ook aan dat wanneer ze
eruit stapten, ze weer terug gingen naar de praktische modus, en twijfelden over wat het
gesprek concreet oplevert.


Aan de hand van de methode ‘debat zonder opinies’ werd onderzocht of de groep het socratisch
gesprek een goede werkvorm vond voor co-waarderen met jongeren. Hierbij hebben de
deelnemers in groepjes voor- en tegenargumenten bedacht. Uiteindelijk werd iedereens
individuele mening inzichtelijk gemaakt door op een (onzichtbare) lijn in de ruimte een plaats in
te nemen. Opvallend was dat de meesten aan de kant stonden van het tegenargument en in het
midden stonden. Er werd geconcludeerd dat het socratisch gesprek niet zozeer effectief is om
tot het maken van keuzes te komen, maar dat het wel een interessante manier is om met elkaar
in gesprek te gaan over wat deelnemers belangrijk vinden. Het is belangrijk om het juiste
moment in het co-waarderingstraject te kiezen voor het voeren van een socratisch gesprek.
Meer over de resultaten is te lezen op Jacquelines blog.