In Cultuur in een open samenleving (2018) presenteerde de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) haar cultuurbeleid. Erfgoed is volgens haar van belang om als maatschappij in gesprek te blijven over het verleden, heden en toekomst, en dat zowel op lokaal niveau (dorp of stad) als nationaal niveau (Nederland in Europa). Het uitgangspunt hierbij is dat cultuur en dus ook erfgoed van en voor iedereen is en daarom ook voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het is van belang dat erfgoed het brede publiek in al haar diversiteit bereikt (voor iedereen). Tegelijkertijd is het van belang dat dit brede publiek erfgoed kan gebruiken voor culturele en creatieve uitingen (van iedereen).
In 2019 begon binnen deze context de Intensivering Digitaal Erfgoed (in het vervolg gebruiken we de korte vorm de Intensivering). De Intensivering betreft 12,4 miljoen euro aan extra middelen. Zij bestaat uit zeven verschillende projectlijnen: de digitale erfgoedparticipatieregelingen van het Mondriaanfonds, het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Fonds Cultuurparticipatie, het project Erfgoed Digitaal in het onderwijs door Kennisnet, de Intensivering van de dienstverlening en inclusiviteit van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE), het project Toegang Literair Erfgoed van de KB, het project handschriftherkenning van het Nationaal Archief, stimulering aansluiting op platform Digitale Collectie Nederland door de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed en de ontwikkeling van tools voor de digitale onderzoeksomgeving van de RKD. De centrale ambitie van de Intensivering is het vergroten van het bereik en het actieve gebruik van digitale erfgoedcollecties en daarbij meer aandacht te hebben voor de wensen van de gebruikers. Het streven van de Intensivering is om in 2021 90% van alle Nederlanders digitaal te bereiken met erfgoed en 30% actief te laten participeren in een erfgoedbeleving.