Initiatiefnemers: Museum Hengelo, Stadsmuseum Berlin
Thema: Internationaal
Museum Hengelo wil onderzoeken hoe het verhaal van een stad verteld kan worden door de inwoners. Het project richt zich op het ophalen van persoonlijke verhalen uit verschillende wijken in Hengelo, geïnspireerd op een bestaande aanpak van Stadtmuseum Berlin dat als strategisch partner aansluit.
De verkenning moet leiden tot een werkwijze waarmee Museum Hengelo (en daarmee soortgelijke kleine musea) haar collectie en tentoonstellingen in de toekomst toegankelijker, inclusiever en maatschappelijk relevanter kan inrichten. Daarbij wordt ook onderzocht of een gezamenlijke (digitale of fysieke) presentatie van verhalen en objecten in beide steden mogelijk is.
Voor Museum Hengelo is deze verkenning van strategisch belang. Het museum wil de ‘verhalenverteller van de stad’ zijn. De samenwerking met een ervaren buitenlandse partner biedt waardevolle kennisuitwisseling en inspiratie, en draagt bij aan een duurzame, toekomstgerichte koers. De resultaten van het project zullen breed gedeeld worden met andere stadsmusea en erfgoedinstellingen in Nederland.
1. Wat is het idee dat je wilt verkennen?
Op het moment dat je Berlijn en Hengelo met elkaar gaat vergelijken kan een eerste reactie al snel gepaard gaan met een ondertoon van meewarigheid. Toch zijn de overeenkomsten tussen de twee steden overtuigend en, als je er langer over nadenkt, meer voor de hand liggend dan je in eerste instantie zou denken. De leidinggevenden van zowel Museum Hengelo als Stadtmuseum Berlin zijn in ieder geval (onafhankelijk van elkaar) gestart met dezelfde soort vraag: Wat betekent onze stad eigenlijk en wat betekent het om er een inwoner van te zijn? Toen we de overeenkomsten van de verhalen van fabrieksarbeiders uit de jaren 80 uit Hengelo en Berlijn naast elkaar legden wisten we dat we op het goede spoor zaten.
De verkenning richt zich op het onderzoeken van de toepasbaarheid van deze aanpak voor Hengelo, de waarde van deze methodiek voor andere musea in Nederland en Europa. We willen graag dit idee verkennen omdat het de kracht van de Nederlandse erfgoed musea is (mede door de omvang) om kleinschalig praktisch toepasbare participatie te entameren. Nederland loopt op dit moment niet voorop in het delen, opschalen of structureren van deze kennis richting het buitenland. De kleinschaligheid van veel musea is daar mede debet aan.
Nederland heeft zich in de afgelopen jaren wél ontwikkeld als een land met veel kansen voor participatief stadserfgoed, met uiteenlopende lokale en thematische benaderingen. De kracht van het project is het ophalen van kennis uit het buitenland maar ook om de kleinschalige aanpak in Nederland (methodisch) beschikbaar te maken voor het buitenland. De reden om te kiezen voor een aanpak die leidt tot íets concreets valt samen met de visie van ons Museum dat we geen rapport als eindresultaat willen maar een tastbaar resultaat. Museum Hengelo fungeert hierin als representatieve casus, maar werkt samen met kennispartners om de bredere Nederlandse praktijk te analyseren, vergelijken en beschikbaar te maken voor Europese uitwisseling. Zo ontstaat wederkerigheid: waar Nederland leert van Berlijn, deelt het ook zijn opgebouwde praktijkervaring en tools met andere Europese erfgoedinstellingen.
2. Hoe sluit het idee aan bij het FARO-verdrag?
Het idee sluit aan bij de kernprincipes van het FARO-verdrag: het erfgoed wordt als maatschappelijk waardevol beschouwd door de inwoners het verhaal van de stad te laten vertellen. Het publiek is niet slechts publiek, maar mede-maker van het verhaal.
3. Welke partners zijn betrokken?
De samenwerking bestaat nu uit Museum Hengelo en Stadtmuseum Berlin. De Berlijnse partner beschikt over inhoudelijke en methodische expertise op het gebied van participatieve erfgoedpresentatie. Beide musea delen de missie om de stad te tonen door de ogen van haar inwoners. Hoewel Stadtmuseum Berlin onze directe inhoudelijke partner is, vertegenwoordigt het museum méér dan één aanpak. Als museum van de Duitse hoofdstad is het nauw verbonden met een breed netwerk van erfgoedinstellingen, kunstenaars en onderzoeksprojecten binnen Duitsland én Europa. Via het Humboldt Forum, de Stadtlabor-methodiek en het werk van Paul Spies participeert het museum actief in internationale discussies over stedelijk erfgoed en participatie. We geloven daarom (samen met Paul Spies en Berlijn) dat kleinere participatieve musea een voorbeeld kunnen zijn voor grotere!
Door met Stadtmuseum Berlin samen te werken, verkrijgen we indirect en direct toegang tot het brede internationale netwerk van Berlijn. Daarmee fungeert deze samenwerking als toegangspoort tot internationale kennisuitwisseling en is het project bij uitstek geschikt om als katalysator te dienen voor verdere Europese samenwerking met andere musea. Het is om die reden dat onze initiële inspanningen erop gericht waren om die samenwerking met Berlijn te formaliseren. Naar ons inzicht is dat efficiënter dan het benaderen van veel musea in Europa (wat voor ons als klein museum ook heel moeilijk zou zijn).
4. Wat wil je bereiken met de verkenning?
Het doel is om inzicht te krijgen in participatieve erfgoedmethoden en deze te toetsen op toepasbaarheid in Hengelo en Nederland. De verkenning moet resulteren in een methodisch kader en een eerste opzet voor een co-creatief traject met bewoners. Ook wordt onderzocht of een gezamenlijke (digitale of fysieke) tentoonstelling mogelijk is.
Wij betrekken niet alleen de methode uit Berlijn, maar inventariseren ook bestaande methoden (Bologna, Turijn, Cluj-Napoca en Skopje) in relatie tot de praktijk in Nederland. We zijn ervan overtuigd dat het ‘Berlijnse model’ zeer goed is maar snappen ook dat er nooit één model is dat t 1 op 1 toepasbaar is op de Nederlandse situatie. Het woord ‘verkenning’ is in die zin volledig op zijn plaats maar zoals gezegd streven we geen ‘papieren verkenning’ na.
5. Waarom is deze verkenning voor jouw organisatie van belang?
Museum Hengelo staat aan de vooravond van een herinrichting en wil zijn rol als verhalenverteller moderniseren. De huidige presentatie is tijdlijn-gebaseerd; er is behoefte aan een participatief, bewonersgericht perspectief. Deze verkenning helpt het museum om inhoudelijke keuzes voor de toekomst te onderbouwen.
6. Welke waarde heeft dit idee voor het bredere erfgoedveld?
De verkenning biedt voorbeeldwaarde voor andere kleinere stadsmusea in Nederland en soortgelijke musea in Europa die zoeken naar manieren om via erfgoed bij te dragen aan sociaal-maatschappelijke verbondenheid in een veranderende stad. Het laat zien hoe internationale samenwerking en lokale participatie kunnen bijdragen aan erfgoedinnovatie. De uitkomsten kunnen breed gedeeld worden en leiden tot nieuwe samenwerkingen en inzichten. In deze verkenning onderzoeken we of het concrete erfgoedverhaal van Hengelo als vliegwiel kan functioneren voor een bredere Europese verkenning naar participatieve methoden. We willen daarbij nadrukkelijk samenwerken met andere musea in Nederland die zich herkennen in de vraag:
Oproep“Hoe geef jij als stadsmuseum ruimte aan de meerstemmigheid van de verhalen uit de stad? Welke (Europese) participatieve methoden gebruik je of heb je gebruikt en waar loop je tegenaan. Wat werkt wel en wat werkt niet en wat zou je willen leren of delen met collega’s in Nederland én Europa?” We zoeken musea die
|
Museum Hengelo gaat samen met Stadtmuseum Berlin tenminste één internationale kennissessie organiseren waarin deelnemers van musea uit verschillende landen reflecteren op het toepassen van Faro-principes in stadsmusea. Een dergelijke sessie kunnen wij niet alleen maar met de naam van onze partner geloven we dat dit een succes kan worden. Zo draagt het project concreet bij aan de doelstellingen van de Uitvoeringsagenda Faro: het bevorderen van internationale kennisuitwisseling, het inzichtelijk maken van bestaande werkwijzen én het versterken van erfgoedzorg vanuit de samenleving.
Reacties
Dit klinkt als een mooi project. Ik denk dat ik er, vanuit Studio Immersief, iets aan kan bijdragen. Hoe kom ik met jullie in contact?
Uitstekend initiatief. Waarom niet ook ervaringen betrekken van Verhalenhuis Belvédère, Stedelijk Museum Schiedam, Stichting Wijkcollectie? Of wordt daarin al voorzien?