Culturele ecosystemen in Westerveld: ‘Erfgoed kan ook een middel zijn om in het heden iets voor elkaar te krijgen’

  • 16 feb
  • Faro-team
  • ·
  • Aangepast 21 feb
  • 305
Faro-team
Faro voor gemeenten

Hoe gebruik je erfgoed als vehikel voor ruimtelijke plannen? In de gemeente Westerveld onderzoeken masterstudenten van de WUR deze vraag op drie uiteenlopende locaties: een landgoed, een dorpsgemeenschap en een locatie voor immaterieel erfgoed. Projectleider Bernard Stikfort vertelt over een biografie van culturele ecosystemen, die moet uitmonden in een methode waarmee ook andere gemeenten hun voordeel kunnen doen.

Door Annette Wiesman

‘Soms moet je terugkijken om verder te komen bij het ruimtelijk versterken van je gemeente’, zegt Bernard Stikfort, erfgoedregisseur en projectleider Faro van gemeente Westerveld. De Drentse gemeente kreeg vorig jaar een Faro-subsidie voor het ontwikkelen van een ‘biografie van culturele ecosystemen’ als basis voor inclusieve participatie en co-creatie bij het ontwikkelen van erfgoed en ruimtelijk beleid. Bij een cultureel ecosysteem wordt erfgoed gezien als het middelpunt van een symbiotisch netwerk van betrokken mensen.

Culturele ecosystemen

De biografie krijgt gestalte op drie verschillende schaalniveaus: een gemeenschap (esdorp Havelte), een object (landgoed Oldengaerde) en immaterieel erfgoed (het Shakespeare theater in Diever). Bij elk van deze ‘culturele ecosystemen’ luidt de vraag: hoe heeft dit erfgoed zijn directe omgeving beïnvloed? ‘Door terug te kijken, zien we beter hoe het verder moet met een individueel monument of een compleet gebied’, zegt Stikfort. ‘Zo fungeert cultureel erfgoed als vehikel om in het heden en de toekomst iets voor elkaar te krijgen.’

Deelnemen dorpsleven

Per casus doet een masterstudent van de Wageningen Universiteit (WUR) onderzoek naar de betrokkenheid van de gemeenschap bij dat erfgoed. Oktober vorig jaar organiseerde de gemeente een gebiedsexcursie, waarbij de masterstudenten kennismaakten met de onderzoeksgebieden. Er was ‘een enorme klik’ tussen de stakeholders en de studenten, vertelt Stikfort. De afgelopen maanden hebben zij veldwerk verricht, diepte-interviews en enquêtes gehouden en archiefonderzoek gedaan. Ook gaan de studenten deelnemen aan het dorpsleven. Stikfort: ‘We nemen ze mee naar dorpsevenementen, want daar zitten hun informatiebronnen. Zo is er binnenkort een bijeenkomst over de vraag hoe we Havelte beter op de kaart kunnen zetten.’

‘Durf buiten de lijntjes te kleuren.’


Havelte: naoberschap

Havelte heeft drie beschermde dorpsgezichten en grenst aan een beschermd natuurgebied. Het landschap is gevormd in de laatste ijstijd. Ook de Tweede Wereldoorlog heeft zijn sporen nagelaten. Dankzij de militairen van legerbasis Havelterberg functioneren veel van de dorpsvoorzieningen nog goed. Maar de behoefte om deel te nemen aan het verenigingsleven of die te besturen, neemt af. ‘Het cement dreigt te verdwijnen’, zegt Stikfort. ‘Wij willen weten: hoe kun je zo’n plattelandsgemeente leefbaar houden? Wat kun je doen om bewoners te behouden?’ Volgens hem kunnen ‘voorbije ervaringen’ worden gebruikt om meer betrokkenheid en sociale cohesie te bewerkstelligen. ‘Denk aan de herintroductie van het begrip noaberschap.’

Het Holtingerveld bij Havelte

Shakespeare: 300 vrijwilligers

De tweede casus is het Shakespeare Theater Diever. Het theater werd kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht door een huisarts, die met z’n motor bij bewoners langsging met de vraag of ze wilden meedoen. Inmiddels werken er driehonderd vrijwilligers en komen er ‘s zomers tweeduizend bezoekers op af. Naar Londens voorbeeld is er inmiddels een overdekt globetheater bij gebouwd. Stikfort: ‘Shakespeare village ligt buiten Diever, maar in plaats van dat het dorp zich om het theater heenvouwt, vouwt het theater zich als het ware om het dorp heen. De warme bakker verkoopt themagebak, het hotel biedt een Shakespeare-arrangement. Je ziet dat de hele gemeenschap opleeft dankzij een tachtig jaar oud amateurtheater van niveau. Dat is fantastisch.’

Shakespeare theater in Diever

Oldengaerde: kleinere vijver

De grootste uitdaging ligt volgens Stikfort bij landgoed Oldengaerde, de derde casus. Waar de andere twee locaties verbonden zijn aan goed afgebakende gemeenschappen, is dat hier veel minder het geval. ‘Het Drents Landschap, rentmeester van de historische buitenplaats, is gelukkig enorm enthousiast. De rentmeester is onze steun en toeverlaat.’ Op een plek als deze is de vijver om uit te vissen iets kleiner. Ooit waren de betrokkenen bij dit erfgoed de familie die het landgoed in eigendom had, het huispersoneel, het buitenpersoneel, pachtboeren, molenaars, herbergiers en dorpsbewoners. Nu moeten er andere aanknopingspunten voor dit culturele ecosysteem gevonden worden.

Landgoed Oldengaerde, Dwingeloo

Samenwerking

De studenten worden begeleid door hoogleraar Elyze Storms-Smeets en emeritus hoogleraar Gerard Rooijakkers, met Stikfort als ‘spin in het web’. Gemeente Westerveld financierde tot een paar jaar terug de bijzondere leerstoel van Storms-Smeets bij de WUR over de zogenaamde ‘sector-factor-vector-actor-benadering’ van erfgoed, waarin de mens centraal staat. Stikfort is blij dat ze daar met dit Faro-project een vervolg aan kunnen geven. De erfgoedgemeenschappen zijn, enigszins tot zijn verrassing, ‘laaiend enthousiast over het project’. ‘Bij de aftrapbijeenkomst kwamen de bewoners een beetje aarzelend het dorpshuis binnen, waar ze twee hoogleraren hun verhaal zagen houden. Ik zei: júllie hebben hier de échte expertise, want jullie weten hoe men hier eet, leeft en doet. Het is aan jullie om hier iets moois van te maken.’ De bewoners schreven op wat zij aan hun erfgoedpijler belangrijk vonden. En hoewel de drie casussen sterk verschillen, bleken er vooral veel overeenkomsten te zijn, met thema’s als identiteit en ‘voorkomen dat het dorpshuis omvalt’.

Methode ontwikkelen

Naast de directe opbrengst – het ontwikkelen van gezonde culturele ecosystemen in wisselwerking met het ruimtelijk beleid in Westerveld – heeft het project nog een tweede doel: het ontwikkelen van een breed bruikbare methode voor het inzetten van erfgoed als middel voor participatie en co-creatie. Die methode zal naar verwachting eind dit jaar klaar zijn en bestaan uit een toolbox met instrumenten voor een op maat gemaakt proces. Als deelnemer aan de Erfgoeddeal heeft gemeente Westerveld al afgesproken dat haar projecten opschaalbaar moeten zijn, zodat ook collega’s van andere plattelandsgemeenten de nieuwe inzichten bij hun ruimtelijk beleid kunnen gebruiken.

Daarmee voldoen ze aan een behoefte, weet Stikfort, vooral sinds de invoering van de vernieuwde Omgevingswet en de op handen zijnde vernieuwing van de Erfgoedwet. ‘We gaan de uitkomsten van Faro ook in onze herziening van de Omgevingsvisie implementeren’, zegt hij. ‘Ook daarin gaan we in op vragen als: hoe kleed je participatie in? Hoe en wanneer in het proces moet je de gemeenschap inschakelen? En vooral: hoe borg je de ruimtelijke kwaliteiten van erfgoed en de manier waarop mensen het beleven op ruimtelijk niveau?’

Faro

Omdat ze als gemeente al jaren op deze manier werken, is de Faro-benadering eigenlijk ‘een makkie’. Tien jaar geleden was er volgens de projectleider nog een sterke scheiding tussen de voormalige gemeenten Diever, Vledder, Havelte en Dwingeloo. Ook stond hun erfgoed er destijds niet goed bij. ‘Door te investeren in erfgoed, kregen we beweging in onze gemeenschap. Onze inwoners zijn zich steeds vaker Westervelder gaan noemen. Het scheelt dat we een heel kleine organisatie zijn en, in tegenstelling tot veel andere dorpen in het noorden, geen krimpgemeente.’

Haarlemmerolie

Zijn advies aan andere gemeenten die met Faro aan de slag willen: neem de gok. ‘Voorjaar 2025 begint de laatste aanvraagronde. Doe mee en durf buiten de gebaande paden te denken. Wij hebben ervoor gekozen om erfgoed breed op te vatten en het als basis voor ons ruimtelijk beleid te gebruiken, zelfs als het bijvoorbeeld gaat om de aanleg van windmolenparken, nieuwbouw of de herbestemming van boerderijen. We zien erfgoed niet langer als een glazen stolp die je blijft oppoetsen, maar als een soort Haarlemmerolie voor een kwalitatieve leefomgeving.’

Lees hier meer over Faro-initiatief 'Biografie van culturele ecosystemen'.